in de zaken met zaak-/rolnummers 80814 / HA ZA 01-2011, 81237 / HA ZA 01-2085 en 86885 / HA ZA 02-709
6.1 De rechtbank blijft bij hetgeen zij heeft overwogen in haar tussenvonnis van 24 december 2003. Dat betekent dat zij blijft bij haar beslissing in rechtsoverweging 4.32 dat zij in het midden laat of X de lading nu wel of niet heeft afgeleverd in de zin van artikel 17 CMR. X heeft in zijn antwoordakte geschreven dat hij grote moeite heeft met deze beslissing. De beslissing is echter een eindbeslissing, waarvan de rechtbank niet kan terugkomen. De rechtbank heeft overigens de omstandigheden die X in de antwoordakte noemt, in haar beslissing meegewogen.
6.2 De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.12 Intertrasport uitgenodigd aan te geven of de gedaagde Intertrasport SpA te Grassobio, sub 3 vermeld in de inleidende dagvaarding in de procedure met rolnummer 01-2011, dezelfde vennootschap is als zij. Intertrasport heeft in haar akte aangegeven dat Intertrasport SpA te Grassobio dezelfde rechtspersoon is als zij en dat zij tweemaal in de dagvaarding is vermeld, eenmaal aan het adres van haar statutaire zetel en eenmaal aan het adres van haar werkelijke zetel. Dit betekent dat de rechtbank de tweede vermelding van Intertrasport bij de opsomming van de gedaagden heeft geschrapt en dat het verleende verstek aan Intertrasport SpA te Grassobio als niet verleend dient te worden beschouwd.
6.3 De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.7 X uitgenodigd om in de procedure 01-2011 de heroproepingsexploten van de in Italië gevestigde gedaagden over te leggen, zodat de rechtbank kan vaststellen of de betekening van deze gedaagden zo tijdig is geschied dat de gedaagden gelegenheid hebben gehad verweer te voeren, als bedoeld in artikel 19 lid 1, laatste bijzin, van de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken, Pb L 160/37 (hierna: de betekeningsverordening).
6.4 X heeft kopieën van stukken in het geding gebracht, waaruit blijkt dat het heroproepingsexploot op de voet van artikel 4 sub 8° Rv (oud) op 7 maart 2002 ten parkette van de officier van justitie bij de rechtbank Arnhem is betekend en dat de betekening of kennisgeving, als bedoeld in artikel 7 Betekeningsverordering, van het in het Engels vertaalde heroproepingsexploot aan Carcano Antonio SpA te Mandello del Lario (Lecco) op 28 maart 2002 is geschied (afgifte op haar kantoor van een aangetekende brief), aan Romano SpA te Matino (Lecco) op 9 april 2002 (betekening aan een gevolmachtigde), aan Siral SpA te Lumezzane S.S. Brescia op 26 maart 2002 (betekening aan gevolmachtigde) en aan Inox Viti SNC di Cattinori te Grumello del Monte (BG) (betekening op 2 of 21 april 2002, stempel niet goed leesbaar).
6.5 De rechtbank recapituleert dat het oude Burgerlijke Rechtsvordering op de zaak met rolnummer 01-2011 van toepassing is, omdat de zaak aanhangig was - door inschrijving ter rolle - vóór 1 januari 2002. Op grond van artikel 4 sub 8° j° artikel 4a Rv (oud) dient het heroproepingsexploot ten parkette van de officier van justitie bij de rechtbank Arnhem te worden betekend en dient de oproeping met inachtneming van de vereisten van de betekeningsverordening te geschieden. Op 7 maart 2002 heeft X het heroproepingsexploot ten parkette laten betekenen en aan de centrale autoriteit, als bedoeld in artikel 3 betekeningsverordening, laten versturen, omdat Italië nog geen opgave had gedaan van de ontvangende instanties, als bedoeld in artikel 2 lid 2 betekeningsverordening. Dit is derhalve in overeenstemming met de genoemde bepalingen.
6.6 Op grond van artikel 1 lid 1 van het KB ex artikel 10 Rv (oud) bedraagt de heroproepingstermijn van een in Italië gevestigde gedaagde 1 maand. Deze termijn gaat lopen op het moment vanaf de dag van verzending door de deurwaarder van een afschrift van het heroproepingsexploot naar de ontvangende instantie, als bedoeld in artikel 2 lid 2 betekeningsverordening (artikel 8a Rv (oud)). Aangezien is opgeroepen tegen 25 april 2002 is de termijn van 1 maand in acht genomen.
6.7 De rechtbank dient te beoordelen of de kennisgeving of betekening in Italië tijdig genoeg is geschied vóór de dag waartegen is opgeroepen, te weten 25 april 2002 (artikel 19 lid 1 betekeningsverordening). Aan Carcano, Romano en Siral is op 28 maart 2002, 9 april 2002 respectievelijk 26 maart 2002 het heroproepingsexploot betekend of bezorgd. Dit is tijdig genoeg, zodat het tegen hen verleende verstek in stand kan blijven.
6.8 De rechtbank kan op basis van de overgelegde stukken niet afleiden of het heroproepingsexploot op 2 of 21 april 2002 aan Inox Viti is betekend. Dit betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen of het exploot tijdig aan haar is betekend en dat dit opnieuw dient te geschieden (met inachtneming van de regels van het oude Wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De rechtbank vraagt zich overigens af of X daarbij belang heeft, omdat zij in rechtsoverweging 4.35 van het tussenvonnis heeft vastgesteld dat Inox Viti haar vordering heeft gecedeerd aan Intertrasport.
6.9 X heeft geen stukken overgelegd, waaruit blijkt dat Grand Soleil SpA ten Canneto s/Oglio (MN) tijdig is opgeroepen tegen de zitting van 25 april 2002. Dit zal dus nog moeten geschieden (met inachtneming van de regels van het oude Wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
6.10 De door X uitgebrachte dagvaarding is evenals het heroproepingsexploot in het Engels vertaald. Op grond van artikel 8 betekeningsverordening heeft een in Italië gevestigde gedaagde in zo’n geval het recht het stuk te weigeren en dient de ontvangende instantie hem dat mee te delen. Uit de door X overgelegde documenten blijkt niet dat de Italiaanse ontvangende instanties de gedaagden daarop hebben gewezen. Daar neemt de rechtbank voor wat betreft Romano, Carcano Antonio en Siral genoegen mee. Voor de nog uit te brengen exploten wenst de rechtbank, als zij weer in het Engels zullen worden betekend of verzonden, een verklaring van de Italiaanse ontvangende instanties waaruit blijkt dat zij de gedaagden erop hebben gewezen dat deze het stuk kunnen weigeren.
6.11 De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.8 in de procedure 02-709 beslist dat zij Intertrasport in de gelegenheid zal stellen om deze partij opnieuw op te roepen (met inachtneming van de regels van het huidige Wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De rechtbank vraagt zich overigens af, of Intertrasport daarbij belang heeft. Zij heeft immers bij antwoordakte het vermoeden van de rechtbank bevestigd dat zij in het geheel niet betrokken is geweest bij het vervoer van de kleding van Romano naar Dockers Europe B.V..
Slotoverwegingen
6.12 X zal in de zaak met rolnummer 01-2011 in de gelegenheid worden gesteld Inox Viti en Grand Soleil opnieuw op te roepen. Intertrasport zal in de zaak met rolnummer 02-709 in de gelegenheid worden gesteld Romano opnieuw op te roepen. De rechtbank nodigt X en Intertrasport uit tijdig stukken aan de griffie te zenden, waaruit blijkt dat de betekening of kennisgeving in overeenstemming met de wettelijke vereisten is geschied.
6.13 Als deze partijen alsnog verschijnen, zullen zij de gelegenheid krijgen te reageren op de dagvaarding. Verschijnt geen van deze partijen, dan zal de rechtbank vonnis wijzen.
6.14 In de procedures met zaak-/rolnummers 80814 / HA ZA 01-2011 en 81237 / HA ZA 01-2085 zal tussentijds appel worden uitgesloten. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.