Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 110219 / HA ZA 04-330
Datum vonnis: 7 juli 2004
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAL LAS- EN MACHINEBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Heteren,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
procureur mr. P.C. Plochg,
advocaat mr. W.H.A. Buiting te Doetinchem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BERTON MACHINERY B.V.,
gevestigd te Kampen,
gedaagde in conventie,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
procureur mr. W.D. Huizinga,
advocaat mr. D. Warnink te Kampen.
Eiseres zal hierna worden aangeduid als Bal, gedaagde als Berton.
Het verloop van de procedure
Na het uitbrengen van de dagvaarding zijn de volgende processtukken gewisseld:
* een akte overlegging producties aan de zijde van Bal;
* een conclusie van onbevoegdheid, tevens houdende conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie van de zijde van Berton;
* een conclusie antwoord in het bevoegdheidsincident van de zijde van Bal.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1. Bal heeft voor Berton werkzaamheden verricht. Tevens heeft Bal materialen geleverd aan Berton. In dit kader zijn tussen partijen vanaf medio 2003 meerdere overeenkomsten gesloten.
2. Er zijn facturen gestuurd in juli, augustus en september 2003 voor geleverd staal, er is een factuur gestuurd op 13 november 2003 voor het bewerken van metalen (werk shrouds) en er zijn op 26 november 2003 facturen gestuurd in verband met een gebruikte kotterbank. Verder zijn er nog twee onbetaalde nota’s van augustus en september 2003.
3. Over de deugdelijkheid van de prestatie en de betaling van de facturen door Berton is een geschil gerezen. Bal heeft, na hiertoe verlof van de rechtbank Zwolle te hebben gekregen, conservatoir derdenbeslag laten leggen en heeft Berton vervolgens gedagvaard voor de rechtbank Arnhem.
Het geschil in het incident
4. Berton heeft geconcludeerd tot onbevoegdheid van rechtbank Arnhem aangezien zij in Kampen gevestigd is, zodat de rechtbank Zwolle bevoegd is van dit geschil kennis te nemen. Uit het beslagrekest leidt Berton af dat Bal de bevoegdheid van de rechtbank Arnhem baseert op de door Bal gehanteerde algemene voorwaarden (de Metaalunievoorwaarden).
5. Berton betwist de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Bal. Volgens Berton zijn deze niet overeengekomen en heeft Berton hier ook niet voor getekend. Dat Bal onderaan al haar brieven en facturen verwijst naar de door haar gehanteerde algemene voorwaarden kan volgens Berton niet leiden tot toepasselijkheid van deze voorwaarden, omdat de overeenkomsten tussen Bal en Berton mondeling werden gesloten en soms per e-mail nader werden aangevuld. Voorts stelt zij dat Bal bij het sluiten van deze overeenkomsten niet heeft vermeld dat haar algemene voorwaarden van toepassing zouden zijn op de tussen hen gesloten overeenkomsten.
6. Indien de algemene voorwaarden van Bal wel van toepassing mochten zijn, beroept Berton zich op vernietiging van de bedingen waar Bal een beroep op doet. Berton stelt hiertoe dat de algemene voorwaarden haar niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand zijn gesteld.
7. Berton voert ook aan dat nu Bal in zijn dagvaarding niet heeft gesteld waarom de rechtbank Arnhem bevoegd zou zijn, Bal daarmee niet aan haar substantiëringsplicht heeft voldaan. Hierdoor is volgens Berton ieder beroep op de bevoegdheid van de rechtbank Arnhem tardief. Indien de rechtbank Bal in de gelegenheid stelt om wel gronden en omstandigheden aan te vullen waarom de rechtbank Arnhem bevoegd is, verzoekt Berton subsidiair hier nog op te mogen reageren.
8. Bal stelt in haar antwoord in het incident dat haar algemene voorwaarden wel van toepassing zijn en beroept zich hier ook op. Volgens de algemene voorwaarden is de rechtbank Arnhem bevoegd nu Bal als gebruiker van de algemene voorwaarden in het arrondissement Arnhem is gevestigd. Dat zij zich beroept op haar algemene voorwaarden blijkt volgens Bal ook uit het beslagrekest.
9. Bal heeft ter onderbouwing van het standpunt dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, aangevoerd dat zij onderaan al haar brieven en facturen aan Berton naar haar algemene voorwaarden heeft verwezen. Berton was volgens Bal bekend met de inhoud van de door Bal gehanteerde algemene voorwaarden en het feit dat Bal deze bij al haar overeenkomsten hanteerde. Bal leidt dit af uit het feit dat partijen beide in dezelfde branche werkzaam zijn. Voorts merkt Bal op dat Berton, als professionele wederpartij, nimmer de toepasselijkheid van de door Bal gehanteerde algemene voorwaarden heeft weersproken. Bal voert aan dat zij en Berton elkaar goed kenden en als goede collega’s met elkaar om gingen. Om deze reden heeft Bal ook geen opdrachtbevestigingen aan Berton verzonden. Als Berton van mening was dat de door Bal gehanteerde algemene voorwaarden niet van toepassing waren op de met Berton gesloten overeenkomsten, had Berton dit kenbaar moeten maken. Gezien de informele wijze waarop partijen zaken deden kan Berton volgens Bal nu geen formeel beroep doen op het ontbreken van een officiële opdrachtbevestiging. Bal stelt dat zij als opdrachtnemer belang heeft bij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
De beoordeling in het incident
10. Een schriftelijke overeenkomst waaruit de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden blijkt of kan worden afgeleid ontbreekt. Ook is niet gesteld of gebleken dat Bal bij de gesloten overeenkomsten haar algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard. De vraag die derhalve dient te worden beantwoord is of er andere gronden zijn die tot toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Bal kunnen leiden.
11. Partijen hebben blijkens de dagvaarding gedurende een aantal maanden met elkaar zaken gedaan. Overeenkomsten werden mondeling gesloten en soms naderhand per e-mail aangevuld; er werden geen offertes of opdrachtbevestigingen verzonden. Wel verwees Bal, zoals Berton ook heeft erkend, op al haar brieven en facturen naar haar algemene voorwaarden. Echter niet gesteld of gebleken is dat er brieven door Bal aan Berton zijn verstuurd vóór de totstandkoming van de overeenkomst met betrekking tot het leveren van staal. De in oktober 2003 gestuurde brief van Bal ging over het geschil terzake van het geleverde staal. De brief van 22 september 2003 betreft het werk shrouds en gaat ook over het reeds gerezen geschil. De verwijzing naar algemene voorwaarden op de brieven is voor de beoordeling derhalve niet relevant. Voorts is niet gesteld of gebleken dat partijen een langdurige handelsrelatie hadden in welk kader er meerdere facturen zijn gestuurd. Uit de dagvaarding blijkt slechts dat er enkele facturen zijn verzonden voordat er tussen partijen een geschil ontstond. Dat op deze facturen werd verwezen naar de algemene voorwaarden is op zichzelf onvoldoende om tot toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden van Bal te concluderen. De facturen met betrekking de levering van staal volgden elkaar te snel op (juli, augustus, september) om aan te kunnen nemen dat het niet protesteren van Berton tegen de verwijzing naar de algemene voorwaarden op de facturen een gerechtvaardigd vertrouwen bij Bal opleverde dat Berton ze accepteerde. De facturen van november met betrekking tot het werk shrouds en met betrekking tot de kotterbank betreffen een zodanig ander type overeenkomst dan de levering van staal, dat de verwijzing op de facturen van juli tot en met september daarvoor onvoldoende gewicht in de schaal legt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Bal, in het licht van het gemotiveerde verweer van Berton, onvoldoende gesteld om tot toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden te kunnen concluderen. De algemene voorwaarden van Bal zijn derhalve niet van toepassing.
12. Dit brengt met zich mee dat er geen grondslag is voor bevoegdheid van de rechtbank Arnhem. De rechtbank zal zich daarom onbevoegd verklaren om van het geschil tussen Bal en Berton kennis te nemen en zal de zaak verwijzen naar de rechtbank Zwolle.
13. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Bal in de kosten van het incident worden veroordeeld.
De rechtbank, recht doende:
verklaart zich onbevoegd om van de zaak tussen Bal en Berton kennis te nemen en verwijst de zaak naar de rechtbank Zwolle,
veroordeelt Bal in de kosten van dit incident, tot op heden aan de zijde van Berton begroot op € 771,00 aan salaris procureur,
verstaat dat hoger beroep van dit vonnis alleen mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. Smit en uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2004.