ECLI:NL:RBARN:2004:AP6412
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Burenrechtelijke geschillen over het gebruik van een gezamenlijke oprit en de uitvoering van een vaststellingsovereenkomst
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van burenrecht, hebben partijen X c.s. en Z c.s. een geschil over het gebruik van een gezamenlijke oprit en de uitvoering van een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst. De rechtbank Arnhem heeft op 29 juni 2004 uitspraak gedaan in een kort geding, waarin X c.s. vorderingen hebben ingesteld tegen Z c.s. naar aanleiding van een vonnis van 3 september 2003, waarin X c.s. waren veroordeeld om een schutting te verwijderen of aan te passen. X c.s. stelden dat zij aan het vonnis hadden voldaan, maar Z c.s. betwistten dit en hebben beslag gelegd op het loon van X.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een jarenlang gemeenschappelijk gebruik van de oprit door beide partijen, wat impliceert dat zij rekening met elkaar moeten houden. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat de door X c.s. geplaatste schutting niet voldeed aan de eisen van het eerdere vonnis, omdat deze niet voldoende functioneerde en niet veilig was voor gebruik. De rechtbank oordeelde dat X c.s. niet aan de inhoud van het vonnis hebben voldaan, waardoor zij dwangsommen hebben verbeurd.
In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van Z c.s. toegewezen, waarbij X c.s. werd veroordeeld om de schutting in geopende stand te houden en een dwangsom te betalen bij niet-nakoming. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de kosten van de procedure voor X c.s. komen, aangezien zij grotendeels in het ongelijk zijn gesteld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor buren om zich aan afspraken te houden en de gevolgen van het niet naleven van rechterlijke uitspraken.