ECLI:NL:RBARN:2004:AP2279

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
7 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
106966
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.Th. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil tussen vennootschap onder firma en besloten vennootschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 7 april 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap onder firma ARTICOR V.O.F. en de besloten vennootschap VIPAM AMERSFOORT B.V. ARTICOR vorderde een betaling van € 6.745,63 van VIPAM, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. VIPAM stelde zich onbevoegd en vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde, omdat zij statutair gevestigd is te Amersfoort. ARTICOR voerde aan dat VIPAM ook woonplaats heeft in Geldermalsen, waar de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden en waar de vordering betrekking op heeft. De rechtbank heeft de vordering van VIPAM in het incident afgewezen, omdat ARTICOR haar vordering heeft ingediend op het kantooradres van VIPAM in Geldermalsen, wat volgens artikel 1:14 BW betekent dat VIPAM daar ook woonplaats heeft. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een conclusie van antwoord in de hoofdzaak.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 106966 / HA ZA 03-2051
Datum vonnis: 7 april 2004
Vonnis
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
ARTICOR V.O.F.,
gevestigd te Geleen,
2. X,
wonende te A,
3. Y,
wonende te A,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. Ph.A.A. Nijbakker te Sittard,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIPAM AMERSFOORT B.V.,
statutair gevestigd te Amersfoort,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. S.G. Salomé te Utrecht.
Partijen worden hierna aangeduid als “Articor” en “Vipam”.
Het verloop van de procedure
Articor heeft met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank conservatoir beslag doen leggen onder de Coöperatieve Vereniging Beko Zuid U.A. te Veghel, de Coöperatie tot Behartiging der Economische Belangen van Zelfstandige Brood- en/ of Banketbakkers “Het Backershuys” U.A. te Utrecht en Desimo B.V. te Leeuwarden,
op alle gelden, goederen en/ of geldswaarden die zij van Vipam onder zich hebben en/ of zullen verkrijgen en/ of aan Vipam verschuldigd zijn en/ of worden.
Daarna zijn de volgende processtukken gewisseld:
- een dagvaarding aan de zijde van Articor;
- een incidentele conclusie van onbevoegdheid van Vipam;
- een conclusie van antwoord in het incident.
Ten slotte is vonnis in het incident bepaald.
Het geschil in de hoofdzaak
1. In de hoofdzaak vordert Articor dat Vipam bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld aan haar te betalen een bedrag van in hoofdsom € 6.745,63, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.500,- exclusief BTW, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over beide bedragen vanaf de datum van opeisbaarheid, althans vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening, met veroordeling van Vipam in de kosten van het geding, die van de gelegde beslagen daaronder begrepen.
2. Zij legt daaraan ten grondslag dat Vipam facturen onbetaald heeft gelaten, waarvan na verrekening met de (niet opeisbare) vordering van Vipam op Articor ter hoogte van € 11.483,44, een vordering resteert ter hoogte van € 6.745,63.
Het geschil in het incident
3. Vipam vordert voor alle weren dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het onderhavige geschil kennis te nemen, met veroordeling van Articor in de kosten van het geding. Zij stelt daartoe dat op grond van art. 99 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. Nu op grond van art. 1:10 lid 2 BW een rechtspersoon woonplaats heeft ter plaatse waar zij volgens wettelijk voorschrift of volgens statuten of reglementen haar zetel heeft en Vipam blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rivierenland haar statutaire zetel heeft te Amersfoort, is de rechtbank te Arnhem onbevoegd.
4. Articor voert gemotiveerd verweer en stelt dat zij Vipam heeft gedagvaard aan haar kantooradres te Geldermalsen, omdat art. 1:14 BW bepaalt dat een rechtspersoon die een kantoor of een filiaal houdt, ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen, mede aldaar woonplaats heeft.
De beoordeling van het geschil in het incident
5. Uit het door Vipam overgelegde uittreksel blijkt dat Vipam statutair gevestigd is te Amersfoort. De onderneming, handelend onder diezelfde naam, is evenwel gevestigd te Geldermalsen. Bij dagvaarding heeft Articor voorts overzichten van openstaande facturen overgelegd, waarvan zij thans, tot een bedrag van in hoofdsom € 6.745,63, betaling vordert. Deze overzichten zijn gericht aan de afdeling boekhouding van Vipam te Geldermalsen. Nu blijkens genoemd uittreksel de bedrijfsactiviteiten in Geldermalsen worden uitgeoefend en de vordering in de hoofdzaak betrekking heeft op deze onderneming te Geldermalsen, heeft Vipam op grond van art. 1:14 BW mede aldaar woonplaats.
6. Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank de vordering van Vipam in het incident afwijzen. Iedere verdere beslissing, waaronder die tot veroordeling in de kosten van het incident, zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank,
wijst de vordering van Vipam in het incident af;
verwijst de zaak naar de rol van vier weken na heden voor het nemen van conclusie van antwoord in de hoofdzaak aan de zijde van Vipam;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Th. Quaadvliet, rechter-plaatsvervanger, en uitgesproken in het openbaar op 7 april 2004.
de griffier de rechter