ECLI:NL:RBARN:2004:AP1577

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
15 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/091442-03
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor ontvoering van een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 15 juni 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de ontvoering van een zestienjarige jongen, genaamd R.L.M. De ontvoering vond plaats in de periode van 21 oktober 2003 tot en met 25 oktober 2003, waarbij de verdachte samen met anderen de jongen wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofde. De verdachte heeft de jongen onder bedreiging van een mes en met geweld gedwongen om mee te gaan, waarna hij hem in een auto naar België vervoerde. Gedurende de ontvoering werd het slachtoffer vastgehouden op een zolderverdieping, waar hij onder dreiging van geweld en met gebruik van tape en tie-wraps werd geboeid. De verdachte eiste een losgeld van tien miljoen euro van de ouders van het slachtoffer en heeft dit ook schriftelijk gecommuniceerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gijzeling en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaard en de vordering van de benadeelde partij tot een symbolisch bedrag van één euro toegewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het delict, de impact op het slachtoffer en diens familie, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte werd als volledig toerekeningsvatbaar beschouwd, ondanks de aanwezigheid van bepaalde persoonlijkheidstrekken die zijn handelen beïnvloedden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de verdachte aanwezig waren.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummer: 05/091442-03
Datum zitting: 13 januari 2004, 6 april 2004 en 1 juni 2004
Datum uitspraak: 15 juni 2004
VERKORT VONNIS
TEGENSPRAAK
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid, Ir. Molsweg 5
Arnhem.
Raadsman: Mr. F.G.W.M. Huijbers, advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegelaten vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 21 oktober 2003 tot en met 25 oktober 2003 te Nijmegen en/of elders in Nederland en/of in België en/of in de Bondsrepubliek Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één persoon, genaamd R.L.M. [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten de ouders en/of de (verdere) familie van die R.L.M. [slachtoffer], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
- die [slachtoffer] op dreigende wijze (op korte afstand van het bovenlichaam van die [slachtoffer]) een mes voorgehouden en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] (met kracht) met een (rubberen) hamer op een schouder, althans het bovenlichaam, geslagen en/of (vervolgens)
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] bijeengebonden met behulp van tape en/of tie-wraps en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] meegevoerd uit zijn ouderlijke woning en/of vervolgens
- die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, auto, via de Bondsrepubliek Duitsland, vervoerd naar Belgie, en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] in [plaats] (Belgie) in genoemde periode op een zolderverdieping van een huis tegen zijn wil vastgehouden, door gedurende zijn, verdachtes, afwezigheid en gedurende de nachtelijke uren, (telkens) de (vlizo)trap naar die verdieping op te halen en/of (telkens) de voeten en armen van die [slachtoffer] vast te binden met tape en/of tie-wraps, en/of door die [slachtoffer] (telkens) mee te delen dat wanneer hij zou (pogen te) ontsnappen hij buiten het huis zou worden opgewacht door Serviers (met vuurwapens) en/of een boer (met een zeis), en/of dat wanneer de ontvoering zou mislukken er brandbommen zouden worden gegooid op het ouderlijk huis van die [slachtoffer], en/of dat wanneer hij niet zou meewerken hij dagen lang plat op bed moest liggen en geen eten en drinken meer zou krijgen en/of mededelingen van gelijksoortige dreigende aard en/of inhoud,
teneinde de ouders en/of (verdere) familie, althans de vader, van die [slachtoffer], althans (een) ander(en), te bewegen tot betaling van een geldbedrag van tien miljoen euro (10.000.000 euro), althans van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk met dat oogmerk
- brief/brieven achtergelaten in/aan het ouderlijk huis van die [slachtoffer] waarin (onder meer) was opgenomen: "Euro 10,000,000,00 is demanded for a safe return" en "... negotiations will be permanently terminated when any form of police interference is detected. You will endanger the live of our hostage when we feel threatened by your actions and we strongly advice that you will follow our orders" en/of vervolgens
- meermalen door middel van telefonische en/of emailberichten genoemde eisen herhaald en/of aanwijzingen gegeven met betrekking tot de gewenste coupures en/of de wijze van verpakking en/of de wijze van overdracht van genoemd bedrag aan hem, verdachte.
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 21 oktober 2003 tot en met 25 oktober 2003 te Nijmegen en/of elders in Nederland en/of in België en/of in de Bondsrepubliek Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk R.L.M. [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
- die [slachtoffer] op dreigende wijze (op korte afstand van het bovenlichaam van die [slachtoffer]) een mes voorgehouden en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] (met kracht) met een (rubberen) hamer op een schouder, althans het bovenlichaam, geslagen en/of (vervolgens)
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] bijeengebonden met behulp van tape en/of tie-wraps en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] meegevoerd uit zijn ouderlijke woning en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, auto, via de Bondsrepubliek Duitsland, vervoerd naar Belgie, en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] in [plaats] (Belgie) in genoemde periode op een zolderverdieping van een huis tegen zijn wil vastgehouden, door gedurende zijn, verdachtes, afwezigheid en gedurende de nachtelijke uren, (telkens) de (vlizo)trap naar die verdieping op te halen en/of (telkens) de voeten en armen van die [slachtoffer] vast te binden met tape en/of tie-wraps, en/of door die [slachtoffer] (telkens) mee te delen dat wanneer hij zou (pogen te) ontsnappen hij buiten het huis zou worden opgewacht door Serviers (met vuurwapens) en/of een boer (met een zeis), en/of dat wanneer de ontvoering zou mislukken er brandbommen zouden worden gegooid op het ouderlijk huis van die [slachtoffer], en/of dat wanneer hij niet zou meewerken hij dagen lang plat op bed moest liggen en geen eten en drinken meer zou krijgen en/of mededelingen van gelijksoortige dreigende aard en/of inhoud
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 1 juni 2004 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. F.G.W.M. Huijbers, advocaat te Nijmegen.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd:
? R.L.M. [slachtoffer]
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) jaren met aftrek van de tijd in verzeke-ring en voorlopige hechtenis doorge-bracht.
De officier van justitie concludeert ten aanzien van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen – zoals die zijn weergegeven op de als bijlage vermelde lijst van inbeslaggenomen voorwerpen – dat verbeurd dienen te worden verklaard de volgende voorwerpen:
- Handschoenen, zwart, verstevigde stukken binnenzijde (doos 1), pag. 176;
- Muts, Thinsulate, zwart (Wollen schaatsmuts) (doos 1) pag. 176;
- Kentekenplaat 2x NL, geel, zwart, [nummer] in krant gewikkeld (doos 2), pag. 176;
- Verrekijker, Breaker, zwart, LB 40x70 dustproof in zwarte bescherm/draagtas (doos 2), pag. 176;
- Keukenmes, Le Chef, staal/zwart (Keukenmes (27 cm) met zwart handvat) (doos 2), pag. 176;
- Tie rips, zwart 3 bundeltjes x 20 st. diverse maten (doos 3), pag. 178;
- Tie rips, onbekend, wit, 3 bundeltjes x 20 st. diverse maten (doos 3), pag. 178;
- Tie rips, onbekend, wit, 2 st. lang (doos 3), pag. 178;
- Tape rol Tesa, grijs, Uiteinde omgevouwen (doos 4), pag. 178.
De officier van justitie concludeert ten aanzien van de overige onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen – zoals die zijn weergegeven op de als bijlage vermelde lijst van inbeslaggenomen voorwerpen alsmede de op de Cook eilanden inbeslaggenomen voorwerpen – dat zij teruggegeven dienen te worden aan de verdachte.
De officier van justitie heeft voorts het standpunt ingenomen dat de vordering van de benadeelde partij R.L.M. [slachtoffer] tot een bedrag van
€ 1,00 dient te worden toegewezen.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van 21 oktober 2003 tot en met 25 oktober 2003 te Nijmegen en elders in Nederland en in België en in de Bondsrepubliek Duitsland, opzettelijk één persoon, genaamd R.L.M. [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk anderen, te weten de ouders en/of de (verdere) familie van die R.L.M. [slachtoffer], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft hij, opzettelijk
- die [slachtoffer] op dreigende wijze (op korte afstand van het bovenlichaam van die [slachtoffer]) een mes voorgehouden en (vervolgens)
- die [slachtoffer] (met kracht) met een (rubberen) hamer op een schouder, althans het bovenlichaam, geslagen en (vervolgens)
- de handen en de voeten van die [slachtoffer] bijeengebonden met behulp van tape en tie-wraps en (vervolgens)
- die [slachtoffer] meegevoerd uit zijn ouderlijke woning en vervolgens
- die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, auto, via de Bondsrepubliek Duitsland, vervoerd naar Belgie, en (vervolgens)
- die [slachtoffer] in [plaats] (Belgie) in genoemde periode op een zolderverdieping van een huis tegen zijn wil vastgehouden, door gedurende zijn, verdachtes, afwezigheid en gedurende de nachtelijke uren, (telkens) de (vlizo)trap naar die verdieping op te halen en (telkens) de voeten en armen van die [slachtoffer] vast te binden met tape en tie-wraps, en door die [slachtoffer] (telkens) mee te delen dat wanneer hij zou (pogen te) ontsnappen hij buiten het huis zou worden opgewacht door Serviers (met vuurwapens) en/of een boer (met een zeis), en dat wanneer de ontvoering zou mislukken er brandbommen zouden worden gegooid op het ouderlijk huis van die [slachtoffer], en dat wanneer hij niet zou meewerken hij dagen lang plat op bed moest liggen en geen eten en drinken meer zou krijgen en/of mededelingen van gelijksoortige dreigende aard en/of inhoud,
teneinde de ouders en/of (verdere) familie, van die [slachtoffer], te bewegen tot betaling van een geldbedrag van tien miljoen euro (10.000.000 euro),
immers heeft hij, verdachte, opzettelijk met dat oogmerk
- brieven achtergelaten in/aan het ouderlijk huis van die [slachtoffer] waarin (onder meer) was opgenomen: "Euro 10,000,000,00 is demanded for a safe return" en "... negotiations will be permanently terminated when any form of police interference is detected. You will endanger the live of our hostage when we feel threatened by your actions and we strongly advice that you will follow our orders" en vervolgens
- meermalen door middel van telefonische en emailberichten genoemde eisen herhaald en aanwijzingen gegeven met betrekking tot de gewenste coupures en de wijze van verpakking en de wijze van overdracht van genoemd bedrag aan hem, verdachte.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde:
Gijzeling
Het feit is strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport opgemaakt door dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater en prof. dr. J.J. Baneke, klinisch & forensisch psycholoog, respectievelijk gedateerd 5 januari 2004 en 7 januari 2004, waarin door dr. L.H.W.M. Kaiser het volgende wordt geconcludeerd:
“Omdat er geen stoornis is werd hij tijdens het ten laste gelegde niet beperkt in zijn keuze van handelen. In psychiatrische zin zijn er wel persoonlijkheidstrekken die zijn handelen beïnvloedden maar dat is normaal te noemen en niet van dien aard dat er sprake is van een stoornis.
(...)
In relatie tot en ten tijde van het begaan van de ten laste gelegde feiten was er bij betr. geen sprake van een ziekelijke stoornis dan wel een gebrekkige ontwikkeling zijner geestvermogens, zodat hij zijn wil geheel conform een dergelijk besef kon bepalen. Het ten laste gelegde kan betr., indien althans bewezen, dan ook geheel worden toegerekend.”
Deskundige Baneke komt tot een soortgelijke conclusie.
De rechtbank verenigt zich met die conclusies en maakt die tot de hare.
Overeenkomstig deze conclusies kan niet worden gezegd dat verdachte niet strafbaar is. Er is voorts ook geen andere omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 16 maart 2004;
- een rapport van De Forensische Psychiatrische Dienst Arnhem, gedateerd 30 oktober 2003, betreffende verdachte;
- een voorlichtingsrapport van De Reclassering Nederland, gedateerd 21 januari 2004, betreffende verdachte;
- het reeds hiervoor genoemde multidisciplinaire rapport.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte is doelgericht, met het oog op de door hem uit te voeren gijzeling, naar Nederland gekomen. Hij heeft een zorgvuldig en geraffineerd plan uitgewerkt en daarbij bewust gekozen voor de ontvoering van een lid van deze familie. Verdachte heeft het slachtoffer, een kind van zestien jaar, onder bedreiging van een mes uit het ouderlijk huis ontvoerd. Hij heeft de jongen gedurende de vijf dagen en vier nachten durende vrijheidsberoving bijna voortdurend geboeid en in eenzaamheid opgesloten op een voor het slachtoffer onbekende, koude en bovendien van buitenlicht verstoken zolder, zonder deugdelijk sanitair. Daarbij werd het slachtoffer slechts beperkt van voeding voorzien. Verdachte heeft het slachtoffer, vanaf het eerste moment van de vrijheidsberoving, tot het moment van zijn bevrijding voortdurend angst ingeboezemd en hem en zijn familie met de dood bedreigd; bij ontsnapping zou hij worden opgewacht door Serviërs met vuurwapens en een boer met een zeis en bij het mislukken van de ontvoering zouden brandbommen worden gegooid op het ouderlijk huis.
De gevolgen van dit misdrijf zijn voor zowel het slachtoffer als voor diens familie groot. Er heersen gevoelens van angst en wantrouwen, terwijl veiligheid, geborgenheid en onbezorgdheid voor de familie geen vanzelfsprekendheden meer zijn. Ook binnen de Nederlandse samenleving is geschokt gereageerd op deze gijzeling.
Een ander motief voor de gijzeling dan louter persoonlijk financieel gewin is niet aannemelijk geworden.
De rechtbank acht, nu verdachte met een minderjarige jongen als instrument op bovenomschreven wijze heeft getracht tien miljoen euro te verkrijgen, een langdurige vrijheidsbenemende straf passend en gerechtvaardigd en zal hem daartoe derhalve veroordelen.
De hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn voorwerpen met behulp waarvan het feit is begaan. De rechtbank zal deze voorwerpen verbeurd verklaren.
6a. De beoordeling van de civiele vorde-ring, alsmede de
gevor-derde op-legging van de schadevergoedings-maat-regel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vorde-ring, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De symbolische vordering van € 1,00, ingediend door R.L.M. [slachtoffer], is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De recht-bank zal deze vordering dan ook toewijzen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is, behalve op de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27, 33, 33a en 282a van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van TIEN (10) JAREN.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer-legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen zoals die zijn weergeven op de als bijlage vermelde lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- Handschoenen, zwart, verstevigde stukken binnenzijde (doos 1), pag. 176;
- Muts, Thinsulate, zwart (Wollen schaatsmuts) (doos 1) pag. 176;
- Kentekenplaat 2x NL, geel, zwart, [nummer] in krant gewikkeld (doos 2), pag. 176;
- Verrekijker, Breaker, zwart, LB 40x70 dustproof in zwarte bescherm/draagtas (doos 2), pag. 176;
- Keukenmes, Le Chef, staal/zwart (Keukenmes (27 cm) met zwart handvat) (doos 2), pag. 176;
- Tie rips, zwart 3 bundeltjes x 20 st. diverse maten (doos 3), pag. 178;
- Tie rips, onbekend, wit, 3 bundeltjes x 20 st. diverse maten (doos 3), pag. 178;
- Tie rips, onbekend, wit, 2 st. lang (doos 3), pag. 178;
- Tape rol Tesa, grijs, Uiteinde omgevouwen (doos 4), pag. 178,
Gelast de teruggave van de overige inbeslaggenomen voorwerpen zoals die zijn weergeven op de als bijlage vermelde lijst van inbeslaggenomen voorwerpen alsmede de op de Cook eilanden inbeslaggenomen goederen aan veroordeelde.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [R.L.M.] [slachtoffer].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [R.L.M.] [slachtoffer], wonende te [adres], te betalen € 1,00 (zegge één euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Aldus gewezen door:
mr. A.Th.M. Vrijhoeven, rechter, als voorzitter,
mr. M. Keppels, rechter,
mr. F.M.T. Quaadvliet, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.J.M. de Wild, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2004.