Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak/rolnummer: 105545 / HA ZA 03-1820
Datum uitspraak: 10 maart 2004
de onderlinge waarborgmaatschappij
TRANSVEMIJ U.A. (h.o.d.n. TVM VERZEKERINGEN)
gevestigd te Hoogeveen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. H.E. Schuurmans te Hoogeveen,
de naamloze vennootschap naar Belgisch recht
LAG TRAILERS NV,
gevestigd te Bree (België),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. E.N.C. Amory,
advocaat mr. G. te Biesebeek te Budel.
Het verloop van de procedure
In deze zaak is een dagvaarding uitgebracht, waarna Transvemij bij akte producties in het geding heeft gebracht. Hierna heeft Transvemij bij akte haar eis gewijzigd. Vervolgens heeft LAG Trailers een incidentele conclusie inhoudende de exceptie van onbevoegdheid genomen. Hierop heeft Transvemij een conclusie van antwoord in het incident genomen. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.1. Op of omstreeks 18 oktober 1999 is een trekker met kiepbulkoplegger van Schols Bulk B.V. op het bedrijfsterrein van Mauer B.V. te Poederoijen defect geraakt, in die zin dat de bulkoplegger niet meer omlaag te brengen was. Schols Bulk B.V. heeft hierop LAG Trailers, de leverancier van de bulkoplegger, ingeschakeld. LAG Trailers heeft daarop haar leverancier HYVA ingeschakeld, die op haar beurt Van Spelden Reparatie B.V. heeft ingeschakeld.
1.2. Door toedoen van de monteur van Van Spelden Reparatie B.V. is circa 80 liter hydrolische olie uit de bulkoplegger weggestroomd op het terrein van Mauer B.V. De totale opruimingskosten hebben ƒ 16.000,- (€ 7.260,48) bedragen.
1.3. De opruimingskosten zijn vergoed door Transvemij als verzekeraar van Schols Bulk B.V. Zowel Mauer B.V. als Schols Bulk B.V. hebben al hun vorderingen terzake van deze schade aan Transvemij overgedragen.
1.4. Bij schrijven van 20 oktober 1999 heeft Schols Bulk B.V. LAG Trailers voor deze schade aansprakelijk gesteld.
1.5. In 1998 heeft LAG Trailers de kiepoplegger aan Schols Bulk B.V. geleverd. Zowel op de opdrachtbevestiging als op de factuur zijn de algemene verkoopvoorwaarden van LAG Trailers afgedrukt. De door Schols Bulk B.V. ondertekende opdrachtbevestiging van 4 november 1997 vermeldt uitdrukkelijk dat de levering geschiedt volgens de op de keerzijde afgedrukte algemene verkoopvoorwaarden van LAG Trailers.
1.6. De algemene verkoopvoorwaarden van LAG Trailers bevatten onder meer de volgende bepalingen.
Al onze leveringen en uitgevoerde werken door onze firma zijn onderworpen aan de hierna beschreven verkoopvoorwaarden. Elke afwijking hiervan moet schriftelijk overeengekomen worden en door ons uitdrukkelijk aanvaard worden.
[…]
Geschillen
Voor alle geschillen tussen partijen zijn alleen de rechtbanken van onze maatschappelijke zetel bevoegd.
Het geschil in het incident
2.1. Voor alle weren heeft LAG Trailers aangevoerd dat zij geen partij is bij de beweerde overeenkomst en voorts dat deze rechtbank onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen omdat in haar algemene voorwaarden bij uitsluiting de rechtbank in Tongeren (België), als de rechtbank van haar maatschappelijke zetel, bevoegd is verklaard.
2.2. Volgens LAG Trailers zijn deze algemene voorwaarden van toepassing omdat deze ook van toepassing waren op voorgaande transacties tussen de partijen, als bewijs waarvan zij de orderbevestiging en de factuur van de aanschaf van de bulkoplegger heeft overgelegd. Volgens haar deden de partijen al geruime tijd zaken met elkaar. Kennelijk bedoelt LAG Trailers hiermee dat Schols Bulk B.V. op de hoogte was van de algemene voorwaarden en dat zij de toepasselijkheid daarvan mocht verwachten.
2.3. Transvemij heeft de stellingen van LAG Trailers gemotiveerd betwist.
De beoordeling van het geschil in het incident
3.1. De vraag of er een overeenkomst is totstandgekomen waarbij LAG Trailers partij is, is een vraag die in de hoofdzaak moet worden beantwoord. Deze vraag kan dan ook in dit bevoegdheidsincident onbesproken blijven.
3.2. Omtrent de vraag of partijen rechtsgeldig zijn overeengekomen dat slechts de rechtbank te Tongeren bevoegd is van dit geschil kennis te nemen, overweegt de rechtbank als volgt. Deze vraag moet worden beantwoord aan de hand van het bepaalde in artikel 23 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie, Publicatieblad nr. L 012 van 16/01/2001 (EEX-verordening), welk artikel grotendeels overeenstemt met artikel 17 EEX-verdrag. Volgens genoemd artikel dient een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht te worden gesloten
- hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst,
- hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden,
- hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan partijen op de hoogte zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
3.3. Tussen partijen staat vast dat er geen schriftelijke overeenkomst is totstandgekomen met betrekking tot de uit te voeren reparatie, krachtens welke de algemene voorwaarden met daarin de forumkeuze toepasselijk zijn geworden. Evenmin is zo’n overeenkomst schriftelijk bevestigd.
3.4. Bij de beantwoording van de vraag of de overeenkomst van forumkeuze geacht moet worden in een andere toegelaten vorm te zijn totstandgekomen, dient, volgens de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 20 februari 1997, NJ 1998, 565 als uitgangspunt te gelden dat er sprake moet zijn van een daadwerkelijk wilsovereenstemming tussen partijen. Deze wilsovereenstemming moet dan tot uiting zijn gebracht in een handelwijze van partijen die in overeenstemming is met een gebruik in de tak van (internationale) handel waarin beide partijen werkzaam zijn. Oftewel de forumkeuze als waarvan hier sprake is moet gebruikelijk zijn in de tak van handel waarin partijen opereren en Schols Bulk B.V. moet van deze gebruiken op de hoogte zijn geweest.
3.5. Naar het oordeel van de rechtbank onderscheidt het enkele telefonische verzoek van Schols Bulk B.V. aan LAG Trailers tot het verrichten van een incidentele reparatie bij een opgetreden calamiteit als waarvan hier sprake is zich zozeer van een vaste, gebruikelijke (handels)relatie tussen partijen met vaste gebruiken en met een tussen partijen gebruikelijk forumkeuzebeding om daaruit in het onderhavige geval een daadwerkelijke akkoordverklaring van Schols Bulk B.V. met een forumkeuze te kunnen afleiden.
3.6. Het enkele feit dat de partijen eerder zaken met elkaar hebben gedaan – waarvan LAG Trailers alleen de levering van de bulkoplegger heeft aangetoond – is onvoldoende om een dermate vaste relatie met bestendige gebruiken en bedingen aan te nemen, dat daaruit voor de onderhavige reparatie-overeenkomst een uitdrukkelijke forumkeuze in de zin van artikel 23 EEX-verordening kan worden afgeleid.
3.7. De conclusie moet dan ook zijn dat in het onderhavige geval geen sprake is van een forumkeuzebeding in de zin van artikel 23 EEX-verordening. Op grond van artikel 5 lid 1 EEX-verordening is de rechtbank bevoegd van het geschil kennis te nemen.
3.8. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. Hoger beroep tegen dit vonnis staat niet open.
verklaart zich bevoegd van de vordering kennis te nemen;
houdt de beslissing over de proceskosten aan;
verwijst de zaak naar de zesde rolzitting na de datum van deze uitspraak voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van LAG Trailers;
verstaat dat hoger beroep van dit vonnis alleen mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Noordraven en uitgesproken in het openbaar op 10 maart 2004.