ECLI:NL:RBARN:2004:AO9347
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident in civiele procedure tussen Currie European Transport B.V. en Hewlett Packard Europe B.V.
In deze zaak, die oorspronkelijk bij de rechtbank Amsterdam aanhangig was, heeft de rechtbank Arnhem de procedure voortgezet na een verwijzing. De rechtbank Amsterdam had eerder op 27 augustus 2003 een incidentele vordering van Hewlett Packard (HP) tot onbevoegdverklaring afgewezen. HP had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar de rechtbank Arnhem oordeelde dat zij niet over het hoger beroep kon oordelen, omdat dit niet-ontvankelijk leek op basis van artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). HP had op 9 maart 2004 verzocht om de zaak naar de rol te verwijzen om pleidooi te vragen, maar dit verzoek werd afgewezen wegens strijd met de eisen van een goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de incidentele vordering van HP evident ongegrond was, gezien de eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank Arnhem heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 21 april 2004 voor antwoord van HP en Tibbett & Britten, en heeft verdere beslissingen aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak. Het vonnis is uitgesproken op 10 maart 2004 door rechter F.J. de Vries.