ECLI:NL:RBARN:2004:AO4905
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van het Reglement behandeling bezwaarschriften en artikel 7:2 Awb in sociale zekerheidszaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 28 januari 2004, gaat het om een geschil tussen eiseres A en verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.J. Bas, betwist de beslissing van het UWV om de arbeidsongeschiktheid van werknemer C te herzien. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met het Reglement behandeling bezwaarschriften Lisv 2001 en artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft niet de gelegenheid gekregen om haar standpunt naar voren te brengen, wat een schending van de procedurele rechten inhoudt.
De rechtbank stelt vast dat eiseres niet op de hoogte is gesteld van het bezwaar van werknemer tegen het eerdere besluit van 24 april 2002, waardoor zij niet in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord. Dit is in strijd met de geldende regelgeving en leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit vernietigd moet worden. De rechtbank gaat voorbij aan de schending van de procedurele regels op basis van artikel 6:22 Awb, omdat de inhoudelijke argumenten van eiseres niet voldoende onderbouwd zijn.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar bepaalt dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand blijven. Eiseres heeft geen bewijs geleverd voor haar claim om schadevergoeding, en het verzoek wordt afgewezen. De proceskosten van eiseres worden vastgesteld op € 322,--, die door het UWV moeten worden vergoed. De rechtbank wijst het UWV aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden en bepaalt dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 218,00 aan haar wordt vergoed.