ECLI:NL:RBARN:2004:AO4766
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tekortkoming in uitvoering van overeenkomst en verrekening van vorderingen
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem, staat de vraag centraal of er sprake is van een tekortkoming die verrekening rechtvaardigt. De zaak betreft een geschil tussen eiser X en gedaagden Y en Z, waarbij X in conventie vorderingen heeft ingesteld en Y en Z in reconventie. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 17 september 2003 vastgesteld dat er een deskundige is ingeschakeld om de gestelde gebreken te onderzoeken. De deskundige heeft vastgesteld dat er slechts één onmiskenbare tekortkoming is, namelijk dat de stenen dorpel niet op het juiste niveau is aangebracht. De deskundige heeft de kosten voor het corrigeren van deze tekortkoming geschat op € 180,-, maar heeft geconcludeerd dat andere kosten of waardevermindering niet zijn aangetoond.
In het vonnis van 4 februari 2004 heeft de rechtbank geoordeeld dat de hoofdsom van € 6.101,27 toewijsbaar is, verminderd met reeds betaalde bedragen en de kosten die voortvloeien uit de tekortkoming. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Y als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld. De reconventionele vordering van Y is afgewezen, omdat er geen tekortkoming is die ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. De rechtbank heeft Y ook veroordeeld in de kosten van de reconventionele procedure.
De beslissing van de rechtbank is als volgt: Y moet aan X een bedrag van € 4.406,12 betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en Y wordt veroordeeld in de proceskosten. De reconventionele vordering van Y wordt afgewezen, met een veroordeling in de kosten van de procedure.