ECLI:NL:RBARN:2003:AN9711

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
3 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98645 / HA ZA 03-612
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van agent in agentuurovereenkomst en gevolgen van wanprestatie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, stond de aansprakelijkheid van een agent in een agentuurovereenkomst centraal. De zaak betreft een geschil tussen Jahi N.V., een naamloze vennootschap naar Surinaams recht, en X, die als agent optrad voor Chuan Yi Enterprise Co. Ltd. uit Taiwan. Jahi had in 2001 vegetarische producten gekocht van Chuan Yi, waarbij X bemiddelde. De producten werden echter afgekeurd bij aankomst in Suriname, wat leidde tot een geschil over de nakoming van de overeenkomst en de aansprakelijkheid van X. Jahi vorderde betaling van een schadevergoeding van X, die hij als agent beschouwde, omdat Chuan Yi haar verplichtingen niet was nagekomen.

De rechtbank oordeelde dat X niet als agent kon worden aangesproken voor de verplichtingen van Chuan Yi, omdat hij niet in naam en voor rekening van Chuan Yi had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat Jahi geen vordering op X had, en vernietigde het eerdere verstekvonnis dat in het voordeel van Jahi was gewezen. Jahi werd veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt de juridische scheiding tussen de agent en de principaal in agentuurovereenkomsten, en de voorwaarden waaronder een agent aansprakelijk kan worden gesteld voor de tekortkomingen van de principaal.

De uitspraak is van belang voor de interpretatie van artikel 7:428 BW, dat de verantwoordelijkheden van agentschappen regelt, en voor de toepassing van het Nederlands recht in internationale handelsgeschillen. De rechtbank bevestigde dat de agent niet aansprakelijk is voor de verplichtingen van de principaal, tenzij er sprake is van een duidelijke vertegenwoordiging in de overeenkomst.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 98645 / HA ZA 03-612
Datum vonnis: 3 december 2003
Vonnis
in de zaak van
X,
wonende te
opposant,
procureur mr. J.F.E. van Halder,
tegen
de naamloze vennootschap naar Surinaams recht
JAHI N.V.,
gevestigd te Paramaribo, Suriname,
geopposeerde,
procureur mr. M.K. Rack,
advocaat mr. M.D. Winter te Den Haag.
Partijen zullen hierna X en Jahi worden genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 7 mei 2003 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van dit tus-senvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken. De rechtbank merkt op dat op regel 2 en 3 van de een na laatste alinea op bladzijde 3 tweemaal in plaats van “u … hebt” moet worden gelezen: “ik … heb”. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten
2.1 X had in 2001 een eenmanszaak die handelde onder de naam Formosa Food. X handelde in vegetarische producten. Hij was agent voor Jiunn Chen Europe Co, Ltd., gevestigd in Ding Li Villa-ge, Hsien Hsi Community, Chang Hus County, Taiwan - hierna: Jiunn Chen.
2.2 Jahi heeft omstreeks april 2001 mondeling vegetarische producten gekocht van Chuan Yi Enterprise Co. Ltd., Hsia Li Village, Hsien Hsi Community, Chang Hus County, Taiwan - hierna: Chuan Yi (in de stukken komt ook de naam Choung Yee voor) - ter waarde van US$ 39.499,92. Op grond van het tussen partijen overeenge-komen CIF-beding was Jahi aan Chuan Yi US$ 44.714,92 ver-schuldigd. Zij diende 60% van dit bedrag voor verscheping te be-talen op de bankrekening van Jiunn Chen.
2.3 X heeft bij de totstandkoming van de overeenkomst tussen Jahi en Chuan Yi bemiddeld. Jahi heeft monsters van de gekochte pro-ducten opgehaald op het kantoor van X in Nijmegen. Voorts heeft X het vervoer per zeeschip van Taiwan naar Suriname geregeld. X heeft in zijn brief aan Jahi onder meer het navolgende geschre-ven:
“I am very sorry too late reply to you, all the shipping rate more expensive than Nedlloyd (above US, 6000,-) so I think us Nedlloyd is batter, but I don’t know how to contact with Nedlloyd in Taiwan. Can you give me the telephone no.
WS03 we don’t make again so now is nothing do you want change another or want cancel
JC11-4ctns JC17-4ctns JC21-4ctns we also don’t make again we change make TGS001 (1.1 kg) and TGS002 (500g) vegeta-rian ham. So I give you 6ctns TGS001 and 6ctns.TGNS002
We give you 26 ctns. for sample (…)
Bank Address: 61, Kwang Fu Rs., Chang Hwa City, Taiwan, R.O.C.
Swift: MBBTTWT540
Bank Telex Answerback: MBBTCHWA
Our name: Jiunn Chenn Enterprise Co. Ltd.
Account no.: 541-50-005488
If all thing you agree, please to remit money (60%) to our ac-count of Taiwan, and make sure again for us
If every is no problem, after 60-65 days you can get products in Suriname. Please give me reply as soon as possible.”
2.4 Chuan Yi heeft bij factuur van 26 april 2001 US$ 44.714,92 aan Jahi in rekening gebracht.
2.5 Op 30 april 2001 heeft de Surinaamsche Bank N.V. aan Jahi be-vestigd dat zij US$ 26.828,95 heeft betaald op het in de brief van X genoemde bankrekeningnummer van Jiunn Chen in Taiwan.
2.6 Blijkens de overgelegde Invoice en Packing List van 21 mei 2001 zijn de goederen op 23 mei 2001 verscheept van Kaohsiung, Tai-wan met bestemming Paramaribo.
2.7 Op enig moment heeft Jahi het restant van de koopsom aan Chu-an Yi betaald.
2.8 De Keuringsdienst van Voedingsmiddelen en Waren van het Suri-naamse Bureau voor Openbare Gezondheidszorg heeft bij aan-komst van de goederen besloten deze af te keuren voor menselij-ke consumptie, omdat de toegestane maximale concentratie aan 3-MCPD (meno-chloropropanol) en 1.3.DCP (dichlorpropanol) te hoog was en omdat de goederen niet waren voorzien van een goedkeuringscertificaat, afgegeven door een erkende instantie of keuringsdienst.
2.9 Jahi en Chuan Yi hebben vervolgens overeenstemming bereikt over terugname van de goederen door Chuan Yi. In een door bei-de ondertekende brief van 6 september 2001 is de afspraak als volgt weergegeven:
“Wij zullen eerst de helft van de totale bedrag betalen, na het ontvangen van uw bankgegevens. En vervolgens de ander helft na dat de lading verscheept wordt, (wanneer u dat ons laten weten). Hieronder krijgt u een overzicht van de bedrag die Jahi N.V. gaat ontvangen.
C.I.T.waarde: 44.714,95
50% van de overige kosten 11.121,45 (66.957,84 - 44.714,95)
Inkomstenderving 4% 2.578,31 (66.957,84 * 4%)
transportXst + 1.010,-
US$ 59.524,71 dollar”
2.10 Chuan Yi heeft US$ 29.716,- aan Jahi betaald.
2.11 De goederen zijn op 12 september 2001 met FOB-beding ver-scheept in Paramaribo met bestemming Kaohsiung, Taiwan.
2.12 Tussen Jahi en Chuan Yi is vervolgens een discussie ontstaan over de overhandiging van documenten met betrekking tot het vervoer van de goederen naar Taiwan. aan Chuan Yi.
2.13 Op 4 oktober 2001 heeft de advocaat van Jahi onder meer het navolgende geschreven aan X.
“In uw hoedanigheid van agent van de firma Choung Yee Enterprise Co. Ltd., gevestigd te Taiwan wend ik mij tot u terzake het navolgende.
(…)
Cliënt heeft via uw bemiddeling van Choung Yee Enterprise gekocht, zo deze aan hem heeft verkocht en geleverd gekre-gen een lading vegetarische voedingsproducten vervaardigd uit Sojabonen met een nettogewicht van 5452.40 kg afXmstig uit Taiwan.
(…)
Cliënt heeft Choung Yee Enterprise onmiddellijk op de hoogte gesteld van de door haar gepleegde wanprestatie. Choung Yee is immers tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen ge-sloten overeenkomst, namelijk de levering van een goed product.
Choung Yee heeft kennelijk haar wanprestatie ingezien, aan-gezien zij bij faxbrief d.d. 6 september 2001 heeft aangebo-den een bedrag ad 59.524,71 US-dollar aan mijn cliënt terug te betalen. Dit aanbod is door mijn cliënt geaccepteerd.
De afspraak is toen tussen partijen gemaakt, dat Choung Yee Enterprise op voorhand een bedrag ad 29.762,36 US-dollar aan mijn cliënt zou overmaken. Dit bedrag is inmiddels be-taald. Het restantbedrag ad 29.762,35 US-dollar zou vervol-gens na verscheping van de lading soja-producten vanuit Su-riname, aan cliënt worden betaald.
Cliënt moet echter ervaren dat Choung Yee Enterprise, hoe-wel verscheping inmiddels heeft plaatsgevonden, weigert ge-volg te geven aan zijn verzoek tot terugbetaling van het res-tantbedrag. Bovendien wordt cliënt thans door Choung Yee Enterprise geconfronteerd met aanvullende voorwaarden die geen onderdeel hebben uitgemaakt van de afspraken d.d. 6 september 2001.
Namens cliënt stel ik vast dat Choung Yee Enterprise thans in gebreke is haar terugbetalingsverplichting na te komen. Ik stel haar alzo in gebreke en verzoek, voorzover nodig som-meer, ik Choung Yee Enterprise thans tot betaling over te gaan.”
2.14 Op 12 november 2001 zijn de goederen in de haven van Kaohsi-ung aangekomen. Zij zijn echter niet door Chuan Yi in ontvangst genomen, omdat deze het origineel van het cognossement niet van Jahi zou hebben ontvangen.
2.15 Nadat drie pogingen tot veiling van de goederen in de haven van Kaohsiung waren ondernomen, zijn zij op 2 juli 2002 vernietigd.
3. Het geschil
3.1 In de procedure die leidde tot het verstekvonnis van 5 maart 2003 heeft Jahi gevorderd dat de rechtbank in uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis X veroordeelt tot betaling van € 54.166,05, te vermeerderen met wettelijke rente, buitengerechtelijke incas-sokosten en de kosten van het geding.
3.2 Jahi heeft gesteld dat de overeenkomst van 6 september 2001 niet is nagekomen door Chuan Yi en X, zodat X gehouden is in haar hoedanigheid van agent deze alsnog na te komen, vermeerderd met de schade die Jahi heeft geleden tengevolge van het feit dat Chuan Yi de goederen niet in Taiwan in ontvangst heeft geno-men.
3.3 De rechtbank heeft bij verstekvonnis van 5 maart 2003 de vorde-ring toegewezen, met uitzondering van de vordering tot vergoe-ding van de buitengerechtelijke incassokosten.
3.4 X is van dit vonnis in verzet gekomen. Hij vordert dat de recht-bank hem ontheft van de veroordeling die de rechtbank tegen hem heeft uitgesproken in het vonnis van 5 maart 2003, met af-wijzing van de door Jahi ingestelde vordering onder veroordeling van Jahi in de kosten van het verzet.
3.5 X stelt dat hij niet is opgetreden als agent van Chuan Yi, maar dat hij slechts Jahi heeft geïntroduceerd bij Chuan Yi en voor het ove-rige in het overleg tussen Jahi en Chuan Yi heeft gefungeerd als tolk.
4. De beoordeling
4.1 De rechtbank overweegt nog dat zij bevoegd was van de vordering van Jahi kennis te nemen, omdat X in haar arrondissement woon-achtig is (artikel 2 EEX-Verordening j° artikel 99 Rv).
4.2 De rechtbank leidt uit de stellingen van partijen en de gekozen formuleringen af dat zij de rechtbank verzoeken het geschil te be-oordelen naar Nederlands recht. Voor zover X wordt aangespro-ken op zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van Chuan Yi, volgt uit artikel 11 van Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging van 14 maart 1978, Trb. 1987, 138, dat de vordering van Jahi wordt beheerst door Nederlands recht. X houdt immers kantoor in Nederland.
4.3 Jahi legt aan zijn stelling ten grondslag dat X optrad als agent van Chuan Yi. Gezien de wijze van optreden van X - hij wekte de in-druk dat hij zelf verkoper was - dient X volgens Jahi te worden vereenzelvigd met Chuan Yi, zodat ook hij aansprakelijk is voor de vordering van Jahi uit hoofde van de koopovereenkomst en de nadien gesloten vaststellingsovereenkomst met Chuan Yi, zo be-grijpt de rechtbank de stellingen van Jahi. Jahi wijst er voorts op dat X in zijn brief van 24 maart 2003 € 30.000,- heeft aangeboden in het kader van een minnelijke regeling van het geschil.
4.4 X stelt dat hij niet is opgetreden als agent, maar dat hij slechts de contacten tussen Jahi en Chuan Yi heeft gelegd en is opgetreden als vertaler. Hij heeft voor zijn werkzaamheden geen provisie ge-had, noch van Jahi, noch van Chuan Yi.
4.5 De rechtbank overweegt dat er voor Jahi blijkens de in paragraaf 2 geciteerde correspondentie geen misverstand over bestond dat Chuan Yi haar wederpartij was. Dit blijkt vooral uit de tekst van de tussen Chuan Yi en Jahi gesloten vaststellingsovereenkomst van 6 september 2001 en uit de brief van de advocaat van Jahi van 4 oktober 2001, waarin wordt gesteld dat Chuan Yi toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de koopovereenkomst. Het blijkt ook uit de stellingen van Jahi in de-ze procedure, waarin zij X aanmerkt als agent van Chuan Yi. X was daarom niet haar wederpartij.
4.6 Veronderstellenderwijs aannemende dat X is opgetreden als agent in de zin van artikel 7:428 BW, dan volgt uit artikel 7:428 lid 1 BW j° artikel 3:66 lid 1 BW, dat Chuan Yi gebonden is en niet X. Ken-merk voor de agentuurovereenkomst is immers dat de agent, als hij al afsluitbevoegdheid heeft, in naam en voor rekening van de principaal overeenXmsten sluit. Jahi kan daarom X niet aanspre-ken tot nakoming van de verplichtingen uit de met Chuan Yi ge-sloten koopovereenkomst of tot schadevergoeding in verband met verzuim van Chuan Yi in de nakoming van haar verplichtingen uit die overeenkomst.
4.7 Voor vereenzelviging van X met Chuan Yi, in die zin dat X aan-sprakelijk wordt voor de eventuele schuld van Chuan Yi aan Jahi, laat het Nederlandse recht, zeker in het licht van de gestelde fei-ten, geen ruimte. Het feit dat X ter beslechting van het geschil een substantieel bedrag heeft willen betalen, maakt een en ander niet anders.
4.8 Het verweer van X, dat hij niet is opgetreden als agent voor Chu-an Yi, kan daarom onbesproken blijven.
4.9 De conclusie is dat Jahi geen vordering op X heeft. Het verstek-vonnis dient te worden vernietigd. De vordering dient alsnog te worden afgewezen, met veroordeling van Jahi in de kosten van de procedures.
De beslissing
De rechtbank
1. vernietigt het verstekvonnis dat de rechtbank op 5 maart 2003 onder rol-/zaaknummer 96143 / HA ZA 03-193 heeft gewezen,
opnieuw rechtdoende:
2. wijst de vordering van Jahi af,
3. veroordeelt Jahi in de kosten van de verstek- en verzetprocedure, tot op heden begroot aan de zijde van X in de verstekprocedure op nihil en in de verzetprocedure op € 1.716,16, waarvan op de voet van artikel 243/244 Rv. te betalen aan de griffier van deze rechtbank op rekening van de Rabobank met nummer 19.23.25.752 ten name van Gerecht 533 Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem onder vermelding van het zaak- en rolnummer 98645 / HA ZA 03-612:
€ 93,- wegens in debet gesteld vast recht,
€ 81,16 wegens explootkosten,
€ 1.299,- wegens salaris procureur,
derhalve tezamen € 1.473,16
en € 243,- aan de procureur van X wegens de eigen bijdrage in de financiering van de rechtshulp,
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en is uitgesproken op woensdag 3 december 2003.
de griffier de rechter