4. De beoordeling
4.1 X baseert zijn vordering op een door Y gepleegde onrechtmatige daad. De sector civiel recht van de rechtbank is daarom bevoegd van de vordering kennis te nemen.
4.2 Tijdens de comparitie op 1 oktober 2002 is een keuze van de vi-deo-opnamen van Crimewatch getoond. De rechtbank neemt aan dat deze video een selectie vormde van de momenten waarop het duidelijkst te zien zou zijn dat Y zich schuldig maakte aan ver-duistering. De rechter-commissaris heeft echter toen geen hande-lingen van Y waargenomen die als verduistering zijn aan te mer-ken. Op de beelden was te zien hoe Y de kas opmaakte en hoe hij muntgeld met biljetten uit de kassa wisselden. Voorts was te zien dat hij op een moment dat de winkel open was en er collega’s en klanten rondliepen geld uit het kluisje nam, in zijn zak deed, ver-volgens de winkel uitliep en even later weer terugkwam en weer geld uit het kluisje nam. Volgens Y heeft hij toen contant geld uit de kassa gehaald om daarmee een toetsenbord bij een groothan-del te kopen en contant af te rekenen. Omdat het toetsenbord duurder was dan hij had gedacht, heeft hij in de groothandel met eigen geld bijgepast en dit later weer uit het kluisje genomen. De-ze lezing is door X niet weersproken. De rechtbank concludeert daaruit dat de video-opnamen geen bewijs leveren voor Xs stel-ling dat Y geld of goederen zou hebben verduisterd. Het is eerder omgekeerd: gedurende twintig dagen hebben vijf camera’s onaf-gebroken het handelen van Y geobserveerd. Aangezien Y op deze beelden kennelijk niet één keer wordt betrapt op verduistering van geld of goederen, lijkt de stelling aannemelijk dat hij zich daaraan niet schuldig heeft gemaakt.
4.3 X heeft verder gesteld dat Y in de avonduren kort het filiaal be-zocht. X heeft echter geen beelden van dergelijke bezoeken door Y laten zien. Hij heeft ook niet gesteld dat Y tijdens deze bezoekjes geld of goederen heeft verduisterd. Y heeft over deze bezoekjes verklaard dat hij dan cd’s haalde om reparaties uit te voeren. De-ze lezing heeft X niet betwist. De rechtbank oordeelt dat deze stelling van X daarom niet meer dan een insinuatie is en niet kan bijdragen aan een eventuele vaststelling dat Y geld of goederen in dienstbetrekking heeft verduisterd.
4.4 Over de DVD/MP3speler heeft Y verklaard dat hij deze mee naar huis had genomen om haar te testen. Volgens hem was het heel gebruikelijk dat personeel van Micro-Speed apparatuur mee naar huis nam om die daar te testen zodat zij vervolgens de klanten beter zouden kunnen adviseren over de apparatuur. Hij was dan ook voornemens dit apparaat te gelegener tijd weer mee terug te nemen. X heeft deze lezing niet weersproken. Deze lezing komt de rechtbank ook niet ongeloofwaardig voor. Bovendien, ook al zou het in strijd met de instructies zijn om zonder toestemming een apparaat als een DVD/MP3speler van, volgens de verklaring van Q, ± ƒ 400,- mee naar huis te nemen, dan nog is zo’n vergrijp onvoldoende ernstig om Y aansprakelijk te houden voor een kas-tekort van € 250.000,-. De rechtbank oordeelt niet anders op de grond dat Y een door Crimewatch opgestelde verklaring heeft on-dertekend, waarin hij zou hebben erkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal of verduistering in de ruimste zin van het woord. Ten eerste is de formulering niet van Y maar van de medewerkers van Crimewatch, die volgens Y hem deze formule-ring hebben opgedrongen. In de tweede plaats is niet duidelijk wat met diefstal of verduistering “in de ruimste zin van het woord” nu precies is bedoeld.
4.5 De rechtbank overweegt ten slotte dat X geen berekening heeft overgelegd over de omvang van de kastekorten in het filiaal. Uit de verklaringen blijkt dat er een omvangrijk zwartgeldcircuit in de onderneming bestond en dat er bewust geld buiten de verant-woording van uitgaven en inkomsten werd gehouden. Zo hield Y de overuren van hem en Q bij en betaalde hij zichzelf en Q zwart uit het zwartgeldkluisje, kennelijk met instemming van X. Dit kluisje werd gevoed door inkomsten uit de verkoop van tweede-hands goederen en door zeer omvangrijke stortingen door X, waarvan hij toentertijd dacht dat het om zwart geld ging, maar waarvan hij tijdens de comparitie heeft verklaard dat het volgens zijn accountant toch wit geld was. X heeft weliswaar gesteld dat er een kastekort was, maar geen enkel inzicht gegeven in de omvang ervan. Als er een tekort heeft bestaan, kan dat heel wel geheel door de verduisteringen door Q zijn veroorzaakt, die immers heeft erkend zeer substantiële bedragen uit het kluisje te hebben ont-vreemd. Ook is onvoldoende uiteengezet hoe de geldstromen via de kassa en het zwartgeldkluisje zich tot elkaar verhielden. Te-genover deze zeer onoverzichtelijke achtergrond, die vooral is veroorzaakt door Xs financiële beleid, heeft X, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting door Y, onvoldoende feiten ge-steld op grond waarvan kan worden vastgesteld dat Y geld of goe-deren uit zijn bedrijf heeft verduisterd. Dit betekent dat aan be-wijslevering niet wordt toegekomen.
4.6 X heeft in zijn akte van 13 augustus 2003, waarop Y niet meer heeft kunnen reageren, nog wel gesteld dat hij over aanvullend bewijsmateriaal beschikt, aan de hand waarvan hij kan bewijzen dat Y in de periode van 4 november 1999 tot en met 30 juni 2001 betrokken is geweest bij achttien transacties met klanten, waarvan de opbrengst niet op de kassa is aangeslagen en niet in zijn on-derneming is gevloeid. X laat zich echter niet uit over de aard van dit bewijsmateriaal. Dit had op de weg van X gelegen, omdat het tot nu toe overgelegde en getoonde bewijsmateriaal zijn stellingen niet of bepaald onvoldoende ondersteunde. Ook ten aanzien van deze aanvullende stelling oordeelt de rechtbank dat zij onvol-doende is uitgewerkt, zodat aan bewijslevering niet wordt toege-komen.
4.7 De vordering zal worden afgewezen met veroordeling van X in de kosten van het geding.