ECLI:NL:RBARN:2003:AN9190
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.J.F. Gerard
- I. de Waal-van Wessem
- M.M. Vanhommerig
- Rechtspraak.nl
Ontslag en benoeming van een bewindvoerder in het kader van schenkingen over de hand
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 25 september 2002 uitspraak gedaan over het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder A.M. S. en de benoeming van R. van den H. als opvolgend bewindvoerder. De verzoekster, C.W. S., heeft het verzoek ingediend omdat de communicatie met haar zus, die als bewindvoerder fungeert, ernstig verstoord is. De verzoekster heeft aangegeven dat zij zich afhankelijk voelt van haar zus en dat de verhouding tussen hen door deze situatie is aangetast. De rechtbank heeft kennisgenomen van de schenkingen die de moeder van de verzoekster, M.J.H. S., heeft gedaan en de bijbehorende bewindvoering. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de bewindvoerder, onder andere door het gebrek aan communicatie en het niet afleggen van rekening en verantwoording. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de huidige wettelijke regeling voor schenkingen over de hand lacunes vertoont, maar dat er in deze procedure geen twijfel bestaat over de mogelijkheid van onderbewindstelling. De rechtbank heeft besloten om anticiperend op het nieuwe schenkingsrecht te handelen, dat op 1 januari 2003 in werking treedt. De rechtbank heeft A.M. S. ontslagen als bewindvoerder en R. van den H. benoemd als opvolgend bewindvoerder, met de verplichting voor A.M. S. om rekening en verantwoording af te leggen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de verzoekster en de intenties van de overleden moeder.