ECLI:NL:RBARN:2003:AM3265
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Huur- en geldleningsovereenkomst tussen Heineken Nederland B.V. en Aquadance B.V. met hoofdelijk aansprakelijke X
In deze zaak heeft Heineken Nederland B.V. (hierna: Heineken) een kort geding aangespannen tegen Aquadance B.V. (hierna: Aquadance) en X, die als hoofdelijk aansprakelijke persoon is aangemerkt. De zaak betreft een huur- en geldleningsovereenkomst die op 1 augustus 2002 is gesloten. Heineken vordert ontruiming van het pand aan de Parkweg 96-98 te Nijmegen, waar Aquadance een café/discotheek exploiteerde. De vordering is gebaseerd op de stelling dat Aquadance in gebreke is gebleven met de betaling van huur en andere verplichtingen uit de overeenkomsten. De huurprijs was aanvankelijk € 3.224,56 per maand, en na indexering € 3.335,56 per maand. Aquadance heeft echter slechts enkele betalingen verricht en heeft de exploitatie van het bedrijf gestaakt vanwege gebreken aan het pand, die zij aan Heineken heeft toegeschreven.
Heineken stelt dat Aquadance en X in gebreke zijn gebleven en vordert onder andere ontruiming van het pand, betaling van achterstallige huur, en betaling van een bedrag voor niet-betaalde drankenleveranties. Aquadance heeft verweer gevoerd en zich beroepen op opschorting van haar betalingsverplichtingen vanwege de gebreken aan het pand. De rechtbank heeft geoordeeld dat Aquadance niet gerechtigd was om haar betalingsverplichtingen op te schorten, omdat de gebreken niet voldoende onderbouwd waren en de exploitatie van het bedrijf tot medio december 2002 normaal is voortgezet.
De rechtbank heeft de vorderingen van Heineken grotendeels toegewezen. De ontruiming van het pand is gerechtvaardigd door de huurachterstand en het feit dat Aquadance de exploitatie heeft gestaakt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Heineken een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, zodat zij het pand opnieuw kan verhuren. De vordering tot betaling van de achterstallige huur en de geldlening is eveneens toegewezen, omdat Aquadance en X in gebreke zijn gebleven met hun verplichtingen. De rechtbank heeft Aquadance en X hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen, en de proceskosten zijn aan Aquadance en X opgelegd.