ECLI:NL:RBARN:2003:AM1814

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
86938 / HA ZA 02-720
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.L. Drabbe
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het treffen van een provisionele voorziening en opheffing van bankgarantie

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 23 juli 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een provisionele voorziening ex artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De eiseres in conventie, Bob Beheer B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Vermeulen Verhuis & Transport Houten B.V., met betrekking tot een bankgarantie die door de ABN-AMRO Bank was afgegeven. De achtergrond van de zaak betreft een conservatoir beslag dat Bob Beheer had gelegd op een bedrijfspand dat eerder eigendom was van Vermeulen Transport. Na de verkoop van het pand was er een bankgarantie van € 430.000,= gesteld, maar Vermeulen Transport verzocht om verlaging van deze garantie naar € 105.000,=, gezien de financiële situatie van het bedrijf. Bob Beheer heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek, stellende dat de gevraagde voorziening niet beperkt is tot de duur van het geding.

De rechtbank heeft de vordering van Vermeulen Transport beoordeeld en geconcludeerd dat er een dringend belang is bij de gevraagde voorziening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Bob Beheer in de hoofdzaak niet meer dan € 285.100,= bedraagt, en heeft daarom de vordering tot verlaging van de bankgarantie toegewezen tot dit bedrag. De rechtbank heeft de proceskosten tussen de partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Drabbe en in het openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 86938 / HA ZA 02-720
Datum vonnis: 23 juli 2003
Vonnis met betrekking tot het verzoek tot het treffen van een provisionele voorziening ex art. 223 Rechtsvordering
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOB BEHEER B.V.,
gevestigd te Didam, kantoorhoudende te Babberich,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het verzoek tot het treffen van een provisionele voorziening,
procureur mr. P.C. Plochg,
advocaat mr. W.H.A. Buiting te Doetinchem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERMEULEN VERHUIS & TRANSPORT HOUTEN B.V.,
gevestigd te Houten, kantoorhoudende te Driebergen-Rijsenburg,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het verzoek tot het treffen van een provisionele voorziening,
procureur mr. J.A.M.P. Keijser,
advocaat mr. P.C.H. Lems te Nijmegen.
De partijen zullen hierna worden aangeduid als Bob Beheer en Vermeulen Transport.
1. Het verloop van de procedure
Tussen de partijen is bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig. In deze procedure heeft Vermeulen Transport een incidentele conclusie genomen met het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in art. 223 Rv.
Bob Beheer heeft ten aanzien van dit verzoek een antwoordconclusie genomen.
Ten slotte is bepaald dat vonnis wordt gewezen met betrekking tot de gevorderde provisionele voorziening.
2. De vordering tot het treffen van een provisionele voorziening ex art. 223 Rv.
2.1 Vermeulen Transport was tot voor kort eigenaar van een bedrijfspand aan de Peppelkade te Houten. Op deze onroerende zaak rustte sinds april 2002 een conservatoir beslag, dat Bob Beheer had laten leggen ter verzekering van het verhaal van haar vorderingen in de bodemprocedure die tussen de partijen aanhangig is. Vermeulen Transport heeft het bedrijfspand verkocht, waarbij Bob Beheer bereid bleek mee te werken aan een beslagvrije verkoop van het pand in ruil voor een bankgarantie van Vermeulen Transport ter hoogte van € 430.000,=. Op 12 maart 2003 heeft de ABN-AMRO Bank namens Vermeulen Transport een bankgarantie gesteld ten behoeve van Bob Beheer tot voormeld (maximum)bedrag. Gezien de financiële situatie waarin Vermeulen Transport is komen te verkeren sedert het faillissement van Vermeulen Management en haar dochter-vennootschappen, stelt Vermeulen Transport thans een dringend en spoedeisend belang te hebben bij verlaging van de bankgarantie tot een bedrag van maximaal € 105.000,=, welk bedrag volgens Vermeulen Transport overeenkomt met het bedrag dat Bob Beheer in de hoofdzaak maximaal van haar te vorderen kan hebben. In dit bedrag is dan nog niet eens rekening gehouden met hetgeen Vermeulen Transport op haar beurt nog van Bob Beheer te vorderen heeft, aldus Vermeulen Transport.
2.2 Vermeulen Transport vordert bij provisioneel vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Bob Beheer te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen provisionele vonnis mee te werken aan verlaging van de door de ABN-AMRO Bank ten behoeve van Bob Beheer afgegeven bankgarantie met € 325.000,=, als gevolg waarvan die garantie nog zal gelden voor een maximumbedrag van € 105.000,=, althans voor een zodanig maximumbedrag als de rechtbank redelijk en billijk acht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,= per dag dat Bob Beheer in gebreke blijft die medewerking te verlenen, waaronder mede te begrijpen is het op eerste verzoek van de ABN-AMRO Bank retourneren van het origineel van de bankgarantie, een en ander met veroordeling van Bob Beheer in de kosten van dit incident.
2.3 Bob Beheer heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij stelt dat de provisionele voorziening die Vermeulen Transport vraagt naar haar aard en werking niet beperkt is tot de duur van het onderhavige geding. Voor een dergelijke voorziening is art. 223 Rv. niet bedoeld. Voorts stelt Bob Beheer dat zij, na wijziging van haar eis in conventie, haar vordering thans begroot op in totaal € 285.100,=. Zij heeft Vermeulen Transport aangeboden de bankgarantie tot dit bedrag te verlagen, welk aanbod zij nog altijd gestand doet.
3. De beoordeling van de vordering tot het treffen van een provisionele voorziening ex art. 223 Rv.
3.1 De rechtbank overweegt allereerst dat het algemene vereiste voor toewijsbaarheid van een vordering, dat de eisende partij bij haar vordering belang heeft, gevoegd bij de beperkte werkingsduur van een provisionele voorziening op grond van art. 223 Rv., ertoe leidt dat het belang bij de gevraagde voorziening dringend moet zijn in die zin dat van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij de afloop van de procedure in de hoofdzaak afwacht.
3.2 De partijen hebben over en weer in de hoofdzaak hun vorderingen meermalen gewijzigd, aangevuld danwel vermeerderd. In die zin is de thans gevorderde provisionele voorziening sterk verweven met de procedure in de hoofdzaak, waarin Vermeulen Transport nog moet antwoorden op de meest recente vermeerdering van eis in conventie van Bob Beheer. De rechtbank acht het daarom onjuist in dit stadium van de procedure in de hoofdzaak en binnen de reikwijdte van de provisionele voorziening zoals thans gevorderd over de gegrondheid van de diverse vorderingsrechten van de partijen in de hoofdzaak al een oordeel met een definitief karakter te geven, behoudens voor zover het aanbod dat Bob Beheer heeft gedaan daar aanleiding toe geeft.
3.3 De rechtbank ziet namelijk in het aanbod van Bob Beheer, verwoord in haar brief aan de raadsman van Vermeulen Transport d.d. 5 juni 2003 en herhaald in haar antwoordconclusie met betrekking tot de onderhavige provisionele vordering, aanleiding de provisionele vordering tot verlaging van de bankgarantie toe te wijzen tot een bedrag van € 285.100,=. Aangezien het aanbod tot verlaging van de bankgarantie tot dit bedrag van Bob Beheer zelf afkomstig is, acht de rechtbank vooralsnog geen grond aanwezig om daaraan een dwangsom te verbinden.
3.1 Bob Beheer heeft aangevoerd dat de thans door Vermeulen Transport gevorderde voorziening naar haar aard en werkingsduur geen voorlopig karakter draagt, zoals art. 223 Rv. verlangt. Hoewel die stelling in beginsel juist is, staat dat, naar het oordeel van de rechtbank, in dit geval geenszins aan haar onder 3.3 aangekondigde beslissing in de weg. Aangezien Bob Beheer zelf stelt dat haar vordering in de hoofdzaak niet meer dan € 285.100,= beloopt, behoeft immers niet te worden gevreesd dat de bankgarantie te zijner tijd misschien weer verhoogd moet worden.
3.5 De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding de kosten van de procedure met betrekking tot de provisionele voorziening tussen de partijen te compenseren. Weliswaar stelt Bob Beheer dat zij haar aanbod tot medewerking aan verlaging van de bankgarantie al heeft gedaan voor zij kennisnam van de incidentele conclusie, maar – daargelaten dat Vermeulen Transport op die stelling niet heeft kunnen reageren – niet is gesteld of gebleken dat Bob Beheer haar aanbod heeft gedaan vóór de incidentele conclusie van Vermeulen Transport.
3.6 Ingevolge art. 337 lid 1 Rv. staat afzonderlijk hoger beroep van dit provisionele vonnis open.
4. De beslissing bij wege van voorlopige voorziening ex art. 223 Rv.
De rechtbank,
veroordeelt Bob Beheer om binnen twee dagen na betekening van dit provisionele vonnis mee te werken aan verlaging van het maximumbedrag van de door de ABN-AMRO Bank ten behoeve van Bob Beheer afgegeven bankgarantie (d.d. 12 maart 2003 onder nummer GAA 109.51.78.244, voor maximaal € 430.000,=) tot € 285.100,=;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten tussen de partijen met betrekking tot deze provisionele vordering, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit provisionele vonnis is gewezen door mr. M.L. Drabbe en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2003.
de griffier de rechter
Coll.: KV