ECLI:NL:RBARN:2003:AF5934
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van vermogen en gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 17 februari 2003 uitspraak gedaan over de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan eiser en eiseres door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede. De zaak betreft de periode van 7 januari 2000 tot en met 17 januari 2001, waarin eiser over meer vermogen beschikte dan het wettelijk vrij te laten bescheiden vermogen. Dit vermogen bestond uit sieraden, contanten, en twee auto's, waarvan de BMW op naam van eiser stond en later is ingeruild voor een Porsche. De rechtbank oordeelt dat eiser wezenlijke informatie over zijn vermogen en inkomsten heeft verzwegen, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de genoemde periode niet in zodanige omstandigheden verkeerde dat hij niet in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres ten onrechte bijstand naar de norm voor een eenoudergezin heeft ontvangen, omdat er sprake was van een gezamenlijke huishouding met eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het de ongegrondverklaring van de bezwaren van eiseres betreft en verklaart haar bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, maar veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres en wijst de gemeente Ede aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. De uitspraak benadrukt de verplichting van bijstandsontvangers om volledige en juiste informatie te verstrekken over hun financiële situatie.