ECLI:NL:RBARN:2002:AF1243
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.P.J.A.M. van der Pol
- J.A.W. Lensing
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in bedreigingszaak met personenauto
In deze zaak, die op 14 november 2002 ter terechtzitting werd behandeld, stond de verdachte terecht voor het bedreigen van twee slachtoffers met een personenauto. De tenlastelegging betrof het feit dat de verdachte, samen met anderen, op of omstreeks 7 april 2001 in Kootwijkerbroek, de slachtoffers had bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht, door hen met een Mercedes de doorgang te blokkeren en één van de slachtoffers bij de keel vast te pakken. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
De rechtbank oordeelde echter dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte betrokken was bij het vastpakken van het slachtoffer bij de keel, zoals in de tenlastelegging was opgenomen. Ook het opzettelijk dreigend handelen met de personenauto werd niet bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet opzettelijk had gehandeld met de intentie om de slachtoffers te bedreigen met een misdrijf tegen het leven of zware mishandeling.
Aldus werd de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De uitspraak vond plaats op 28 november 2002, waarbij de rechters B.P.J.A.M. van der Pol, J.A.W. Lensing en O.J.D.M.L. Jansen aanwezig waren, in tegenwoordigheid van griffier mr. M. van Gameren. De raadsman van de verdachte was mr. K.A. Krikke, advocaat te Veenendaal.