ECLI:NL:RBARN:2002:AF1243

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
28 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/061642-02
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in bedreigingszaak met personenauto

In deze zaak, die op 14 november 2002 ter terechtzitting werd behandeld, stond de verdachte terecht voor het bedreigen van twee slachtoffers met een personenauto. De tenlastelegging betrof het feit dat de verdachte, samen met anderen, op of omstreeks 7 april 2001 in Kootwijkerbroek, de slachtoffers had bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht, door hen met een Mercedes de doorgang te blokkeren en één van de slachtoffers bij de keel vast te pakken. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.

De rechtbank oordeelde echter dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte betrokken was bij het vastpakken van het slachtoffer bij de keel, zoals in de tenlastelegging was opgenomen. Ook het opzettelijk dreigend handelen met de personenauto werd niet bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet opzettelijk had gehandeld met de intentie om de slachtoffers te bedreigen met een misdrijf tegen het leven of zware mishandeling.

Aldus werd de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De uitspraak vond plaats op 28 november 2002, waarbij de rechters B.P.J.A.M. van der Pol, J.A.W. Lensing en O.J.D.M.L. Jansen aanwezig waren, in tegenwoordigheid van griffier mr. M. van Gameren. De raadsman van de verdachte was mr. K.A. Krikke, advocaat te Veenendaal.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummer : 05/061642-02
Datum zitting : 14 november 2002
Datum uitspraak : 28 november 2002
VERKORT VONNIS
TEGENSPRAAK
in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
verdachte
Raadsman: mr. K.A. Krikke, advocaat te Veenendaal
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 07 april 2001 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, “slachtoffer 1” en/of “slachtoffer 2” heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft//hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend met een personenauto (merk Mercedes) een of meerdere kraanwagen(s), bestuurd door voornoemde “slachtoffer 1” en/of “slachtoffer 2”, (de weg) afgesneden en/of (de doorgang) geblokkeerd, althans verhinderd door te rijden en/of (vervolgens) voornoemde “slachtoffer 2” bij de (boven)kleding ter hoogte van de keel vastgepakt en/of (vervolgens) aan die bovenkleding getrokken en/of in de keel van die “slachtoffer 2” geknepen;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 14 november 2002 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. K.A. Krikke, advocaat te Veenendaal.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit zal worden veroordeeld tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte is tenlastegelegd en zal hem daarvan vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij het bij de (boven)kleding ter hoogte van de keel vastpakken van “slachtoffer 2” en het vervolgens aan die (boven)kleding trekken en in de keel knijpen van genoemde “slachtoffer 2”, zoals in het tweede gedeelte van de tenlastelegging is opgenomen.
Bij het met een personenauto een of meerdere kraanwagens, bestuurd door “slachtoffer 1” en “slachtoffer 2”, de weg afsnijden en/of de doorgang blokkeren, zoals in het eerste gedeelte van de tenlastelegging is opgenomen, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen dat verdachte opzettelijk dreigend heeft gehandeld waarbij zijn opzet zou zijn gericht op bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, danwel bedreiging met zware mishandeling van genoemde personen.
4. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Aldus gewezen door:
mrs. B.P.J.A.M. van der Pol, als voorzitter,
J.A.W. Lensing en O.J.D.M.L. Jansen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Gameren , griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 november 2002.