ECLI:NL:RBARN:2002:AE9838
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vervanging van venster in strijd met burenrecht
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem, heeft eiser X, wonende te Z, Y aangeklaagd wegens het hebben van een doorzichtige venster in de uitbouw van zijn woning, dat volgens X in strijd is met het burenrecht. De procedure begon met een dagvaarding op 21 maart 2002, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden. X vorderde dat Y het venster zou vervangen door een vaststaand ondoorzichtig venster, met een dwangsom van € 500 voor elke dag dat hij in gebreke bleef. Y voerde verweer en stelde dat het venster niet binnen de toegestane afstand van twee meter van de erfgrens was geplaatst, en dat de overschrijding van de afstand zo gering was dat X niet in zijn belangen was geschaad.
De rechtbank oordeelde dat de afstand tussen de erfgrens en het venster inderdaad minder dan twee meter was, maar dat deze onderschrijding zo minimaal was dat X niet in zijn visuele privacy was geschaad. De rechtbank merkte op dat X de bevoegdheid om de vordering in te stellen mogelijk misbruikte, aangezien zijn werkelijke doel leek te zijn om Y te schaden. Daarom werd de vordering van X afgewezen en werd hij veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 973,50 werden begroot.
De uitspraak werd gedaan op 24 oktober 2002 door mr. R.J.J. van Acht en is openbaar uitgesproken. De kosten van het geding werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard.