ECLI:NL:RBARN:2002:AE6878
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale rechtsverhouding en verjaring in documentair krediet tussen Rafidain Bank en Melchemie Holland B.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen Rafidain Bank, gevestigd in Irak, en Melchemie Holland B.V., gevestigd in Nederland, over een documentair krediet. De zaak betreft de levering van 1.000 ton Hydrogen Peroxide 35% door Melchemie aan de State Enterprise for Cotton Industries (SECI) en de betaling daarvan via een onherroepelijk documentair krediet, dat door Rafidain Bank is verstrekt. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de l/c geen rechtskeuze bevatte en dat de toepasselijke regels van de UCP 400 (1983) ook geen rechtskeuze bevatten. Dit leidde tot de vraag welk recht van toepassing is op de rechtsverhouding tussen de partijen, waarbij Melchemie zich op Irakees recht beriep en Rafidain Bank op Nederlands recht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verbintenis beheerst wordt door Nederlands recht, omdat de l/c beschikbaar was voor betaling in Nederland. De rechtbank heeft ook de verjaring van de vordering beoordeeld. De vordering was verjaard op 1 december 1993, omdat de l/c geldig was tot 30 november 1988 en er geen andere verjaringstermijn was gesteld. Melchemie heeft niet aangetoond dat de verjaring was gestuit of verlengd. Bovendien heeft de rechtbank het beroep van Melchemie op artikel 16 van VN Resolutie 687 verworpen, omdat deze resolutie geen invloed heeft op vorderingen die zijn ontstaan voor 2 augustus 1990.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet van Rafidain Bank gegrond verklaard en het eerdere vonnis van 8 maart 2001 vernietigd. De vordering van Melchemie tegen Rafidain Bank werd afgewezen, en Melchemie werd veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 8 augustus 2002 door mr. I.D. Jacobs.