ECLI:NL:RBARN:2002:AE4365
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- C.A. Verkuyl
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van declaraties voor zittend ziekenvervoer door taxi-ondernemingen
In deze zaak hebben eisers, een groep taxi-ondernemingen, gedaagden, bestaande uit de onderlinge waarborgmaatschappij VGZ en de stichting IZA, in kort geding gedagvaard. De eisers vorderen betaling van declaraties voor zittend ziekenvervoer dat zij hebben verzorgd voor asielzoekers, in opdracht van Zivoned, een organisatie die het vervoer coördineert. De eisers stellen dat er problemen zijn ontstaan met de betaling van hun declaraties door Zivoned, en dat VGZ en IZA hen garanties hebben gegeven voor de betaling van deze declaraties. De gedaagden hebben de vordering betwist en geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hebben op de gevorderde betalingen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden niet contractueel gebonden zijn aan de verplichtingen die eisers stellen, en dat er geen onvoorwaardelijke garantstelling is gedaan door VGZ of IZA. De rechtbank wijst erop dat de communicatie tussen de partijen niet voldoende bewijs levert voor de claims van de eisers. Bovendien is er onvoldoende duidelijkheid over de vorderingen die betrekking hebben op declaraties van vóór 1 september 2001.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 19 juni 2002 door mr. C.A. Verkuyl, in aanwezigheid van de griffier mr. J.G.W. Oor.