ECLI:NL:RBARN:2002:AE3183
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing uitbaggering ligplaatsen Kanaal van Steenenhoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 12 april 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser A, wonende te B, en het college van Dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Rivierenland, de rechtsopvolger van het Waterschap van de Linge. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, dat op 20 november 2000 was genomen, waarin het verzoek om uitbaggering van ligplaatsen in het Kanaal van Steenenhoek NZ te Gorinchem werd afgewezen. Dit besluit werd later door verweerder gehandhaafd, ondanks het advies van de Bezwarencommissie van het Waterschap van de Linge, dat op 5 februari 2001 was uitgebracht.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de beslissing van verweerder niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de weigering om het Kanaal uit te baggeren niet gericht was op rechtsgevolg, omdat er geen wijziging in bestaande rechten of verplichtingen plaatsvond. Hierdoor was er geen sprake van een publiekrechtelijke rechtshandeling, en dus ook geen besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verklaarde eiser niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. Tevens werd bepaald dat het Waterschap Rivierenland het door eiser betaalde griffierecht van € 102,10 diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. W.F. Bijloo en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier R. van Diest.