ECLI:NL:RBARN:2001:AD4408
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Eigenberg
- P. Verkade
- T.P.E.E. van Groeningen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak na onvoldoende bewijs
In de zaak voor de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, met parketnummer 05.095172-00, heeft de rechtbank op 10 oktober 2001 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, aangeduid als 'verdachte (broer 3)'. De zitting vond plaats op 26 september 2001, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.J.L. Wijnveldt, advocaat te Westervoort. De officier van justitie had geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 jaren, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis had doorgebracht.
De tenlastelegging was op 4 april 2001 gewijzigd en de inhoud daarvan werd als bijlage aan de uitspraak toegevoegd. Tijdens de zitting zijn meerdere getuigenverklaringen gehoord, waaruit bleek dat de verdachte in verschillende gesprekken had aangegeven dat hij het slachtoffer dood wenste. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan in een openbare terechtzitting, waarbij de rechters H. Eigenberg als voorzitter, P. Verkade en T.P.E.E. van Groeningen aanwezig waren, in tegenwoordigheid van griffier J. van Elst.