ECLI:NL:RBARN:2000:AA7066
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.N. Crol
- L. Klein Tank
- R. de Vreede
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot onbetaalde arbeid ten algemenen nutte na grove nalatigheid met dodelijke afloop
In deze zaak, behandeld door de Arrondissementsrechtbank te Arnhem op 11 september 2000, is verdachte beschuldigd van grove nalatigheid die heeft geleid tot de dood van een ander. De tenlastelegging is in de dagvaarding opgenomen, waarvan een kopie als bijlage is toegevoegd. De zitting vond plaats op 28 augustus 2000, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.P.J. baron van Utenhove. De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke militaire detentie van zes maanden, maar verzet zich tegen omzetting naar onbetaalde arbeid, omdat er een militaire inrichting beschikbaar is voor de uitvoering van de straf.
De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Het bewezenverklaarde feit werd gekwalificeerd als 'aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn', zoals vastgelegd in artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank hield rekening met de ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder met justitie in aanraking was gekomen.
Uiteindelijk besloot de rechtbank de verdachte te veroordelen tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 240 uren, ter vervanging van de geëiste gevangenisstraf. De rechtbank gelastte ook de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan de Staat der Nederlanden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was, ondanks de persoonlijke omstandigheden die in zijn voordeel pleitten. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak en de impact op de nabestaanden van het slachtoffer.