ECLI:NL:RBARN:2000:AA4289

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
17 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 2000/8
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • D. van Driel van Wageningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van woning door NS Railinfrabeheer B.V.

Op 17 januari 2000 heeft de Rechtbank Arnhem in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen NS Railinfrabeheer B.V. en de bewoners van een woning aan de Xstraat 00 te Plaats, gemeente Valburg. NS Railinfrabeheer, eiseres, had de bewoners gedagvaard omdat zij de woning zonder toestemming in gebruik hadden genomen. De bewoners waren eerder gesommeerd om de woning te verlaten, maar hadden hieraan geen gehoor gegeven. De rechtbank oordeelde dat de bewoners, ondanks hun anonieme status, verweer konden voeren via hun procureur. NS Railinfrabeheer vorderde ontruiming van de woning, met het argument dat er een spoedeisend belang was vanwege de noodzakelijke sloop van de woning in verband met de aanleg van de Betuweroute. De rechtbank stelde vast dat de bewoners zonder recht of titel de woning gebruikten en dat de vordering tot ontruiming in beginsel toewijsbaar was. De rechtbank oordeelde dat de persoonlijke belangen van de bewoners niet konden worden meegewogen, omdat de sloopvergunning rechtens onaantastbaar was. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op acht dagen, en de bewoners werden veroordeeld in de kosten van het kort geding. De uitspraak werd gedaan door vice-president mr. D. van Driel van Wageningen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier E. Davelaar.

Uitspraak

vonnis d.d. 17 januari 2000
Vonnis van de president van de arrondissementsrechtbank te Arnhem in het kort geding van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NS Railinfrabeheer B.V.,
zetelende te Utrecht,
eiseres bij dagvaarding van 27 december 1999,
procureur voorheen mr. B. Peek, thans mr. J.C.N.B. Kaal, beiden te Arnhem,
advocaat mr. B.J.P.G. Roozendaal te Breda,
Rolnummer: KG 2000/8 tegen
de personen die verblijven in de woning staande op het perceel Xstraat 00 te Plaats, gemeente Valburg,
gedaagden,
advocaat mr. E.Th. Hummels te Zeist.
Het verloop van de procedure
Railinfrabeheer heeft de bewoners van de hiervoor bedoelde woning ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden en bij mondelinge conclusie van eis gevorderd als weergegeven in de dagvaarding.
De advocaat van Railinfrabeheer heeft de zaak bepleit overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnotities (met producties). Hij heeft daarbij allereerst verzocht verstek te verlenen tegen de volgens hem niet verschenen anonieme bewoners. Na verweer daartegen door de advocaat van de bewoners is, op gronden als hierna weer te geven, beslist dat de bewoners (anoniem) verweer kunnen voeren.
De advocaat van de bewoners heeft daarop de zaak bepleit, overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnotities (met producties).
Ten slotte zijn de processtukken voor het wijzen van vonnis overgelegd.
De vaststaande feiten
1.1. Railinfrabeheer is sedert 18 februari 1997 eigenares van de woning met ondergrond en erf, staande en gelegen aan de Xstraat 00 te Plaats, gemeente Valburg, kadastraal bekend gemeente Valburg, sectie, nummer.
1.2. Op enig moment nadien hebben de bewoners de woning zonder toestemming van Railinfrabeheer in gebruik genomen.
1.3. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valburg hebben bij besluit van 24 februari 1999 een (inmiddels rechtens onaantastbaar geworden) sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1. van de Bouwverordening aan Railinfrabeheer verleend.
1.4. Bij brieven van 6 en 15 december 1999 heeft Railinfrabeheer de bewoners gesommeerd de woning te verlaten. Zij hebben daaraan tot op heden niet voldaan.
Het geschil en de beoordeling daarvan
2. Met betrekking tot de eerder genomen beslissing op het verzoek van Railinfrabeheer om verstek te verlenen tegen de anonieme bewoners, wordt het volgende overwogen.
Geoordeeld wordt dat de regelen van een goede procesorde er niet aan in de weg staan te aanvaarden dat de gedaagden als anonieme collectiviteit door een procureur verweer kunnen voeren, voorzover deze heeft verklaard zulks namens alle leden van de collectiviteit te doen, zoals hier het geval is. Aan een dergelijke wijze van procederen zijn wel beperkingen verbonden, omdat de rechter dan geen rekening kan houden met individuele omstandigheden van personen die tot de gebruikers van het pand behoren. In zoverre zal dus geen sprake kunnen zijn van een behoorlijke afweging van de respectieve belangen van de partijen.
3. Railinfrabeheer vordert, kort weergegeven, de bewoners te veroordelen de woning binnen een dag na betekening van dit vonnis te ontruimen, versterkt met politiedwang en met de bepaling als bedoeld in artikel 557a lid 3 Rv. Zij stelt daarbij een spoedeisend belang te hebben omdat sloop van de woning op korte termijn noodzakelijk is in verband met de voortgang van de realisering van de Betuweroute.
4. De bewoners voeren gemotiveerd verweer.
5. Vast staat dat de bewoners de woning zonder recht of titel in gebruik hebben. De vordering tot ontruiming is dan ook in beginsel toewijsbaar.
6. Railinfrabeheer heeft ook een spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering. Als onweersproken staat immers vast dat ter plaatse van de woning (gelegen in contractgebied BR6) in verband met de aanleg van de Betuweroute diverse werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, waaronder op de plaats waar de woning staat het uitvoeren van een zogenaamde gestuurde boring. De gunning voor het werk is voorzien op 15 februari 2000.
De bewoners hebben nog wel opgeworpen dat "de administratiefrechtelijke vereisten, zoals (...) bestemmingsplanwijzigingen eerst onaantastbaar in orde moeten zijn", maar zij hebben dat niet nader toegelicht, zodat aan dat verweer moet worden voorbijgegaan. De omstandigheid dat de woning in het definitieve Tracébesluit niet is aangewezen als te slopen bebouwing kan aan het voorgaande niet afdoen, nu Railinfrabeheer inmiddels beschikt over een rechtens onaantastbare sloopvergunning.
7. Met de persoonlijke belangen van de bewoners kan om de redenen zoals hiervoor onder 2 genoemd geen rekening worden gehouden. Nu bovendien uit de namens burgemeester en wethouders van de gemeente Valburg bij brief van 27 december 1999 verstrekte inlichtingen (aan te merken als inlichtingen in de zin van artikel 557a Rv.) niet zonder meer blijkt van omstandigheden welke een opschorting van de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis langer dan de hierna te vermelden termijn rechtvaardigen, kan de vordering tot ontruiming worden toegewezen. Rekening houdend met hetgeen hiervoor onder 6 is overwogen zal de ontruimingstermijn worden bepaald op acht dagen.
8. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen de bewoners in de kosten van dit kort geding worden veroordeeld.
De beslissing
veroordeelt de bewoners binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis de woning, staande en gelegen op het perceel Xstraat 00 te Plaats, gemeente Valburg, kadastraal bekend gemeente Valburg, sectie, nummer, met alle daarin aanwezige personen en zaken -voorzover deze laatste niet in eigendom toebehoren aan Railinfrabeheer- alsmede het gehele perceel en alles wat zich hierop bevindt, te verlaten en te ontruimen,
machtigt Railinfrabeheer, indien de bewoners in gebreke blijven met voornoemde ontruiming, deze te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
bepaalt dat dit vonnis gedurende een jaar na het wijzen daarvan tenuitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in of op voornoemde onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet,
veroordeelt de bewoners in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Railinfrabeheer bepaald op ¦ 1.000,-- voor salaris en op ¦ 514,30 voor verschotten,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
ontzegt het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de vice-president mr. D. van Driel van Wageningen en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2000 in tegenwoordigheid van de griffier E. Davelaar.