ECLI:NL:RBARN:1999:AA3834

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 november 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
0212525-96
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.G. Smedema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting jeugddetentie naar gevangenisstraf in verband met overschrijding redelijke termijn

In deze zaak, behandeld door de kinderrechter in de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, werd op 26 november 1999 een uitspraak gedaan over de omzetting van jeugddetentie naar gevangenisstraf. De zaak betrof een persoon, geboren in 1980 te Arnhem, die oorspronkelijk was veroordeeld tot 7 dagen jeugddetentie. De officier van justitie had verzocht om deze jeugddetentie om te zetten in 7 dagen gevangenisstraf op basis van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht.

Tijdens de zitting werd vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 11 augustus 1998 had nagelaten een vordering in te dienen voor de omzetting van de jeugddetentie, terwijl de veroordeelde op dat moment al 18 jaar oud was. Bovendien was er een aanzienlijke tijd verstreken van meer dan 13 maanden voordat het Openbaar Ministerie opnieuw een vordering indiende. De kinderrechter oordeelde dat de redelijke termijn voor het executeren van de vrijheidsstraf in deze jeugdstrafzaak was overschreden.

Op basis van deze overwegingen verklaarde de kinderrechter het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in zijn vordering tot omzetting van de jeugddetentie. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.C.A. Plantenga, en werd openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ARNHEM
OMZETTING JEUGDDETENTIE
parketnr.:
De kinderrechter in de arrondissementsrechtbank te Arnhem;
Gelet op de aangehechte vordering van de officier van justitie met betrekking tot:
X
geboren te Arnhem , 1980,
ertoe strekkende dat 7 dagen jeugddetentie op de voet van artikel 77k Wetboek van Strafrecht zal worden vervangen door 7 dagen gevangenisstraf.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting met gesloten deuren in deze zaak, gehouden op 26 november 1999;
Gehoord de officier van justitie en degene die met bijstand is belast;
Overwegende : Nu het Openbaar Ministerie heeft nagelaten ter zitting van 11 augustus 1998 een vordering vervanging jeugddetentie door gevangenisstraf te doen (veroordeelde was toen reeds 18 jaar) en vervolgens ruim 13 maanden heeft laten verlopen alvorens een dergelijke vordering te doen, is de redelijke termijn voor het executeren van vrijheidsstraf in deze jeugdstrafzaak overschreden. Het Openbaar Ministerie is op die grond niet meer ontvankelijk in zijn vordering.
B E S C H I K K E N D E :
Verklaart het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in zijn vordering.
Aldus gedaan te Arnhem door mr. E.G. Smedema, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.A. Plantenga, griffier, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting op 26 november 1999.