In deze civiele procedure, aangespannen door [eiser], wonende te [woonplaats], tegen Sunrock c.s., bestaande uit de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sunrock Investments B.V. en de commanditaire vennootschap Cofra Amsterdam C.V., heeft de kantonrechter op 7 maart 2025 een verwijzingsvonnis uitgesproken. De zaak betreft een vordering van [eiser] die stelt dat Sunrock c.s. onrechtmatig heeft gehandeld door inbreuk te maken op zijn recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op bescherming van persoonsgegevens. [Eiser] heeft ook gesteld dat hij onterecht is beschuldigd van het versturen van dreigende e-mails na zijn vertrouwelijke Speak Up melding. De vorderingen van [eiser] zijn onderverdeeld in verschillende onderdelen, waaronder een verzoek om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de betekenis van schade in de AVG.
De kantonrechter heeft in de rolmededeling van 24 januari 2025 aangegeven dat de vorderingen van [eiser] van onbepaalde waarde zijn en dat het belang van de vordering mogelijk hoger is dan € 25.000,00. [Eiser] heeft ingestemd met de verwijzing naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken, en Sunrock c.s. heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter. De kantonrechter heeft vervolgens besloten de zaak te verwijzen naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank, waarbij partijen zijn gewezen op de noodzaak van juridische vertegenwoordiging door een advocaat in de vervolgprocedure. Tevens is er informatie verstrekt over het griffierecht dat verschuldigd is na de verwijzing.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak op 26 maart 2025 om 10:00 uur zal worden verwezen naar de civiele rol, niet zijnde de civiele rol voor kantonzaken. De kantonrechter heeft verder aangegeven dat van een partij die onvermogend is, een lager griffierecht kan worden geheven, mits de juiste documenten worden overgelegd.