Op 5 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Local Court Osnabrück in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1998, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 22 januari 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.M.G. Sussenbach. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen beletselen zijn voor de feitelijke overlevering. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en de rechtbank heeft geoordeeld dat zijn maatschappelijke re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De Staatsanwaltschaft Osnabrück heeft garanties gegeven dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland kan ondergaan. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de zaak aan te houden voor verdere vragen aan de Duitse autoriteiten, ondanks de bezwaren van de raadsman over de medische situatie van de opgeëiste persoon.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen weigeringsgronden zijn en het EAB aan de wettelijke eisen voldoet. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.