Op 14 februari 2025 heeft de politierechter van de Rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en het beschadigen van een fiets. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 13 september 2023 in Amsterdam, waarbij de verdachte het slachtoffer in zijn gezicht en tegen zijn achterhoofd heeft geslagen, terwijl zij een bril vasthield. Daarnaast heeft de verdachte tijdens de ruzie tegen het wiel van de fiets van het slachtoffer getrapt, wat leidde tot schade aan de fiets. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting op 31 januari 2025, waar het onderzoek plaatsvond. De officier van justitie, mr. E.H. de Bruijn, heeft de vordering gedaan om de verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 500,-. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, een hogere straf rechtvaardigen. De politierechter heeft uiteindelijk een geldboete van € 750,- opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 15 dagen bij niet-betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten strafbaar zijn en dat er geen rechtvaardigingsgrond voor de verdachte aanwezig was. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 23, 24c, 57, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.