ECLI:NL:RBAMS:2025:9032

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
AMS 24/6309
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van AOW-pensioen van ongehuwdenpensioen naar gehuwdenpensioen na huwelijk in Engeland

Deze uitspraak betreft de herziening van het AOW-pensioen van eiseres, die voorheen in Nederland werkte maar momenteel in Engeland woont. Eiseres ontving een AOW-pensioen op basis van de norm voor ongehuwden, maar is op 2 september 2023 in Engeland getrouwd. Na haar huwelijk heeft zij op 26 juli 2024 de wijziging van haar burgerlijke staat aan de Sociale Verzekeringsbank doorgegeven. De bank heeft daarop op 7 augustus 2024 besloten om haar AOW-pensioen per oktober 2023 te herzien naar de norm voor gehuwden, wat resulteert in een lager pensioen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de bank heeft het besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de herziening op goede gronden is gedaan, aangezien de wet bepaalt dat het AOW-pensioen voor gehuwden lager is dan voor ongehuwden. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door de wijziging in financiële problemen komt, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen dringende redenen zijn om van de wettelijke regeling af te wijken. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de herziening van het AOW-pensioen in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/6309

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Engeland, eiseres

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. P.C. van der Voorn).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de herziening van het AOW [1] -pensioen van eiseres van een ongehuwdenpensioen naar een gehuwdenpensioen. Eiseres is het niet eens met die herziening. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of verweerder het besluit op goede gronden heeft genomen.
2. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat verweerder op goede gronden tot herziening van het AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde is overgegaan. Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

3. Eiseres heeft voorheen in Nederland gewerkt, maar woont op dit moment in Engeland. Zij ontving een AOW-pensioen naar de norm van ongehuwden. Zij is op 2 september 2023 in Engeland getrouwd. Zij heeft deze wijziging op 26 juli 2024 aan verweerder doorgegeven. Verweerder heeft daarom op 7 augustus 2024 een herzieningsbesluit aan eiseres toegestuurd, waarin haar AOW-pensioen per oktober 2023 van een ongehuwdenpensioen wordt gewijzigd in een gehuwdenpensioen. Ook heeft verweerder aangekondigd over te gaan tot terugvordering van een bedrag van € 1.804,66 en het opleggen van een boete van € 451,17. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het herzieningsbesluit.
4. Met het bestreden besluit van 12 september 2024 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de herziening gebleven. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. [2]
5. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting. [3]

Beoordeling door de rechtbank

Mocht verweerder het AOW-pensioen herzien?
6. Volgens eiseres heeft verweerder het AOW-pensioen ten onrechte gewijzigd. Zij is op 2 september 2023 getrouwd, maar vanwege vertraging in de verwerking van haar naamswijziging (van [A] naar [B] ) in Engeland duurde het lang voor zij een nieuw paspoort ontving. Toen zij haar paspoort ontving, heeft ze verweerder spoedig op de hoogte gesteld van het huwelijk en haar naamswijziging. Eiseres begrijpt niet waarom haar pensioen verlaagd wordt. Het pensioen is immers door haarzelf opgebouwd, voor de tijd dat zij in Nederland werkte. Het pensioen van haar Engelse echtgenoot wijzigt niet door het huwelijk. Eiseres wijst er bovendien op dat de terugbetaling en de boete voor grote financiële problemen zullen zorgen, dat zij in haar eentje zorgdraagt voor haar ernstig gehandicapte zoon en zelf last heeft van chronische pijn en op de wachtlijst staat voor een nieuwe heup.
7. De beroepsgronden slagen niet. Uit de AOW volgt dat het AOW-pensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde lager is dan het pensioen voor een ongehuwde pensioengerechtigde. [4] Eiseres is op 2 september 2023 gehuwd. Daarom had zij vanaf oktober 2023 recht op het AOW-pensioen voor gehuwden, dat lager is dan het AOW-pensioen voor ongehuwden. Op grond van de wet moet verweerder in deze situatie het AOW-pensioen herzien, dat is alleen anders als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. [5]
8. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van dringende redenen. Dat eiseres pas na enige tijd een paspoort ontving met haar nieuwe naam, maakt niet dat zij ook na haar huwelijk op 2 september 2023 recht hield op een pensioen voor ongehuwden. Dat eiseres het AOW-pensioen heeft opgebouwd en dat het pensioen van haar Engelse echtgenoot niet is verlaagd, maakt evenmin dat eiseres ondanks haar huwelijk recht bleef houden op een pensioen voor ongehuwden. Dat de pensioenregels voor het pensioen voor de echtgenoot van eiseres kennelijk anders zijn, doet niet af aan de regels voor het AOW-pensioen. Ten slotte stelt eiseres dat zij financiële problemen krijgt door het besluit, maar zij heeft dit niet met bewijsstukken onderbouwd. Het is de rechtbank niet gebleken dat er voor eiseres omstandigheden spelen die maken dat het besluit voor haar onevenredig uitpakt. Verweerder heeft het AOW-pensioen van eiseres daarom op goede gronden herzien.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de herziening van het AOW-pensioen van een ongehuwdenpensioen naar een gehuwdenpensioen in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M. Hansen-Löve, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. Adriaanse, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 26 november 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Algemene Ouderdomswet.
2.Daarbij merkt de rechtbank op dat zij in deze uitspraak alleen het bestreden besluit toetst. Dat is in dit geval de beslissing op bezwaar van 12 september 2024, waarin wordt overgegaan tot herziening van het AOW-pensioen. Hoewel verweerder ook een terugvordering en boete heeft aangekondigd, ziet deze procedure niet op de besluiten die daarover zijn of zullen worden genomen.
3.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
4.Zie artikel 9 in combinatie met artikel 1 van de AOW.
5.Zie artikel 17a van de AOW.