ECLI:NL:RBAMS:2025:9018
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- C. Klomp
- E.M. de Bie
- J.J.M. Graat
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel na intrekking door de uitvaardigende autoriteit
Op 19 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Parket van de procureur des Konings Antwerpen, België. De zaak betreft een opgeëiste persoon die in België was veroordeeld tot een vrijheidsstraf van vier jaar. De officier van justitie had op 12 september 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van het EAB. Tijdens de zitting op 5 november 2025 werd de termijn voor de uitspraak verlengd en werd de gevangenhouding bevolen, met schorsing van dat bevel tot aan de uitspraak.
Echter, op 10 november 2025 heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB ingetrokken, omdat de opgeëiste persoon verzet had aangetekend tegen het vonnis van 21 februari 2025, en dit verzet was ontvankelijk verklaard. De officier van justitie heeft vervolgens op 12 november 2025 meegedeeld dat zij niet-ontvankelijk verklaard moest worden in haar vordering, aangezien de onderliggende titel van het EAB was komen te vervallen.
De rechtbank heeft de zaak opnieuw behandeld op 19 november 2025 en heeft geoordeeld dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat het EAB inmiddels was ingetrokken. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard en de (geschorste) overleveringsdetentie opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.