Op 13 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Landgericht Hildesheim in Duitsland. De officier van justitie diende op 11 november 2025 een vordering in tot behandeling van het EAB. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1998, was gedetineerd en had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Tijdens de zitting was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, en een tolk in de Duitse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen.
Het EAB vermeldde een vonnis van de Arrondissementsrechtbank Hildesheim van 18 maart 2021, waarin de opgeëiste persoon was verschenen. De overlevering werd verzocht voor de tenuitvoerlegging van een maatregel tot vrijheidsbeneming in de vorm van opname in een psychiatrisch ziekenhuis voor onbepaalde duur. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht, voldoen aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.