Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Public Prosecutor’s Office of Linz(Oostenrijk) – met goedkeuring op dezelfde datum van
the Regional Court of Linz(Oostenrijk) – (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
detention ordervan het Openbaar Ministerie in Linz van 6 augustus 2025, met kenmerk: 17 St 12l/23f.
4.Genoegzaamheid
Gaza Nowterroristische organisaties zouden hebben bereikt. Tot slot volgt uit het EAB niet hoe
Gaza Nowdoor verslag te doen van genocidaal geweld in Gaza propaganda kan hebben gemaakt voor terroristische organisaties.
5.Strafbaarheid
Gaza Nowgeldelijke steun aan een criminele of terroristische organisatie zou zijn verleend. Uit de feitenomschrijving volgt geen deelneming aan een dergelijke organisatie of een verdenking van terrorisme. Gelet hierop moet worden getoetst of de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn en kan de overlevering alleen worden toegestaan als dat het geval is. De handelingen zoals omschreven in het EAB vallen niet onder enige Nederlandse strafbepaling. Zo volgt uit de feitenomschrijving niet dat (of hoe) de opgeëiste persoon via
Gaza Nowgeld zou hebben ingezameld voor terroristische organisaties. Ook volgt hieruit niet dat hij zelf van een dergelijke organisatie lid was of zou hebben opgeruid tot terrorisme. Op basis van het EAB en de nadere informatie kan dus niet worden vastgesteld dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht naar Nederlands recht strafbaar zijn.
6.Artikel 11 OLW
Committee against Torturevan de Verenigde Naties zorgen over de detentieomstandigheden in Oostenrijk, in het bijzonder voor personen met psychische problemen. Het Europees Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (hierna: CPT) rapporteerde daarnaast in 2021 al dat er onvoldoende dokters en verpleegkundigen waren in Oostenrijkse detentiefaciliteiten. De opgeëiste persoon vreest dan ook dat hij in Oostenrijk niet de vereiste medische en psychische hulp krijgt. Subsidiair verzoekt de raadsvrouw de behandeling van het EAB aan te houden om aan de Oostenrijkse autoriteiten aanvullende vragen te stellen over de detentieomstandigheden.
algemeengevaar voor Oostenrijkse gedetineerden geen sprake is, komt de rechtbank niet toe aan de vraag of sprake is van een
concreetgevaar voor de opgeëiste persoon. De individuele situatie van de opgeëiste persoon kan namelijk alleen dan worden onderzocht wanneer een algemeen gevaar is vastgesteld. De rechtbank wijst het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling van de zaak aan te houden om nadere garanties te vragen dan ook af. Hierdoor komt de rechtbank ook niet toe aan het door de raadsvrouw gedane schorsingsverzoek zoals gedaan voor het geval de rechtbank zou besluiten de behandeling van de zaak aan te houden.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Public Prosecutor’s Office of Linz,Oostenrijk voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
- een paspoort, goednummer: PL2700-25-084161-2 en
- een paspoort, goednummer: PL2700-25-084161-3,