Op 31 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2005 en momenteel gedetineerd. De zaak betreft meerdere feiten, waaronder het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving van een slachtoffer op 5 en 6 augustus 2024 en het voorhanden hebben van wapens en munitie op 3 februari 2025. Tijdens de zitting op 17 oktober 2025 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Lobregt, en de verdediging door mr. M.H. Aalmoes. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft besloten tot heropening van het onderzoek. Dit is noodzakelijk om een gezichtsvergelijkend onderzoek te laten uitvoeren door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) op basis van videobeelden waarop de verdachte mogelijk te zien is. Daarnaast is er onduidelijkheid over de nummers en aantallen in het wapenonderzoek, waarvoor de rechtbank het Openbaar Ministerie heeft verzocht om verduidelijking. De voorlopige hechtenis van de verdachte blijft gehandhaafd, omdat de ernstige bezwaren nog steeds bestaan. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen voor maximaal drie maanden om tijd te geven voor het benodigde onderzoek en zal de zaak op een later tijdstip hervatten.