3.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat – op basis van de bewijsmiddelen – kan worden bewezen dat verdachte samen met zijn mededader het slachtoffer van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden waarbij zij grof geweld hebben gebruikt. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Wederrechtelijke vrijheidsberoving
In een ander strafrechtelijk onderzoek is bij een doorzoeking van de woning van verdachte onder verdachte een Samsung telefoon in beslag genomen. Op die telefoon zijn videobeelden aangetroffen waarop te zien is dat een slachtoffer door minstens twee daders wordt vastgehouden en er ernstig geweld tegen hem wordt gebruikt. De rechtbank stelt vast dat deze telefoon is gebruikt bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving. De beelden op de telefoon zijn namelijk met deze telefoon gemaakt.
Op de beelden is te zien dat het slachtoffer op 5 en 6 augustus 2024 door de daders allereerst in een auto wordt vastgehouden waarbij er met vuurwapens wordt gedreigd en hij hiermee wordt geslagen. In de auto wordt het slachtoffer gedwongen om vragen te beantwoorden. Op volgende beelden wordt gezien dat, terwijl het slachtoffer op een bank in een woning zit, er met een handzaag in zijn pink wordt gezaagd en er een vuurwapen in zijn mond wordt gedrukt waarbij de trekker wordt overgehaald. Er wordt ook een vuurwapen op het hoofd van het slachtoffer gericht waarbij opnieuw de trekker wordt overgehaald. Beide keren gaat het wapen niet af. Vervolgens is te zien dat het slachtoffer met zijn gezicht en hand in een pan met stomend water wordt gedrukt, waarbij hij stevig wordt vastgehouden als het slachtoffer zich daartegen probeert te verzetten. Terwijl dit gebeurt, blijven de daders het slachtoffer onder druk zetten om antwoorden te geven. Er wordt hem gezegd dat ze Russisch roulette gaan spelen, waarna aan de trommel van een revolver wordt gedraaid, de revolver op de pols van het slachtoffer wordt gericht en de trekker wordt overgehaald. Het wapen gaat niet af. Het slachtoffer wordt al die tijd vastgehouden in de woning.
Identiteit slachtoffer
De rechtbank stelt vast dat het slachtoffer in deze zaak [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) is, hoewel hij dat zelf heeft ontkend. Daarvoor is redengevend dat de politie het slachtoffer op de beelden heeft herkend als [slachtoffer] en dat de telefoon die bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving is gebruikt op de avond van 5 augustus 2024 is genavigeerd naar een adres dat volgens zijn zus toen het laatst bekende adres van [slachtoffer] was.
Herkenning verdachte
Verdachte heeft ontkend dat hij degene is geweest die gebruik heeft gemaakt van de betreffende Samsung-telefoon, dat hij te horen is op de camerabeelden die zijn aangetroffen op de telefoon en dat hij mededader aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving is.
De politie heeft geverbaliseerd dat de telefoon bij de doorzoeking naast verdachte op de bank is aangetroffen. Verdachte heeft gezegd dat dit niet klopt omdat deze telefoon toen in zijn auto lag bij het middenconsole en dat de politie die dag niet alleen de woning maar ook de auto van verdachte heeft doorzocht en de telefoon daar heeft aangetroffen. Hij zou geen gebruiker zijn van de telefoon en de auto werd ook door anderen gebruikt. De rechtbank kan op basis van de stukken niet met voldoende zekerheid vaststellen waar de telefoon precies is aangetroffen. De rechtbank kan echter wel vaststellen dat de telefoon op de dag van de doorzoeking onder verdachte in beslag is genomen en dat de telefoon in de nabijheid van verdachte is aangetroffen (of bij hem op de bank, of in zijn auto).
Op de telefoon is in de ‘prullenmand’ een selfie aangetroffen van iemand met een ontbloot bovenlijf. De verbalisant heeft verdachte op deze selfie herkend. Ter terechtzitting heeft verdachte zijn ontblote bovenlijf aan de rechtbank laten zien en het standpunt ingenomen dat hij niet degene op deze selfie kan zijn omdat hij een moedervlekje op zijn borst heeft dat niet te zien is op de aangetroffen foto. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de afdruk van de betreffende foto in het proces-verbaal, mede door de kwaliteit en belichting, niet kan worden vastgesteld dat er op de borst van de persoon op de foto wel of geen moedervlekje is te zien. Dit betekent dat de herkenning van de verbalisant op grond van de stelling van verdachte niet automatisch onjuist of onbetrouwbaar is. De herkenning door de verbalisant is duidelijk omschreven. De verbalisant heeft de selfie vergeleken met de politiefoto van verdachte en herkende hem aan de combinatie van zijn huidskleur, zijn brede neus en zijn opvallende dikke lippen met het randje gezichtsbeharing. Daarnaast herkende de verbalisant verdachte aan de stand van zijn ogen, de stand en dikte van zijn wenkbrauwen, zijn gezichtsuitdrukking waarbij zijn oogleden een beetje over zijn ogen hangen en aan zijn haarlijn en de stand en vorm van zijn oren. De rechtbank gaat – vanwege deze gedetailleerde omschrijving – uit van de juistheid van deze herkening.
Auto
De aangetroffen Samsung-telefoon heeft op 5 augustus 2024 contact gemaakt met het infotainment/navigatiesysteem van de Mercedes met kenteken [kenteken] . De bekleding van de auto die te zien is op de videobeelden van 5 augustus 2024 komt overeen met de bekleding van de Mercedes met kenteken [kenteken] . De overeenkomsten zien op typerende rode stiksels en een sticker in de auto.
Op de Waze-app van de Samsung-telefoon is op 5 augustus 2024 te zien dat de route naar het adres waarop het slachtoffer zou verblijven is ingevuld. Volgens de CELL-ID’s straalt de telefoon op 5 augustus 2024 om 23:45:18 uur uit bij dit adres, waarna de telefoon op 6 augustus 2024 om 01:59:25 uitstraalt in de buurt van de zendmastlocatie aan de [adres] in Amsterdam.
Deze feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de vaststelling dat de auto met kenteken [kenteken] is gebruikt bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer] .
Het huurcontract van deze auto staat op naam van verdachte. De overeengekomen huurperiode eindigde weliswaar op 25 juli 2024, maar uit een video van 27 juli 2024 op de iPhone van verdachte blijkt dat de auto dan nog door hem wordt gebruikt. Op die iPhone staan ook foto’s en video’s van 7 augustus 2024 waarop verdachte wordt herkend terwijl hij voor eenzelfde type Mercedes staat c.q. in eenzelfde type Mercedes zit.
Stemherkenning
Op de videobeelden is de stem te horen van degene die de opnames heeft gemaakt en geweld tegen het slachtoffer heeft gebruikt. Een verbalisant heeft deze stem herkend als de stem van verdachte. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de stemherkenning niet bruikbaar is voor het bewijs, omdat de herkenning stoelt op de verklaring van één verbalisant en deze verbalisant verdachte niet (veel) heeft horen praten. De rechtbank is van oordeel dat de stemherkenning wel bruikbaar is voor het bewijs, omdat de verbalisant tientallen andere video’s heeft gezien waarop de stem van verdachte is te horen is en hij de stem van verdachte niet alleen heeft gehoord tijdens het verhoor maar ook buiten het opgenomen verhoor, waarbij het ging over niet inhoudelijke zaken. Hierbij komt dat de bewijsconstructie niet louter is gestoeld op deze herkenning, maar dat die stemherkenning ondersteunend is voor het overige bewijs. Gelet op de hoeveelheid materiaal die de verbalisant tot zijn beschikking had – bijvoorbeeld de beelden van verdachte waarop hij spreekt op zijn iPhone – heeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan deze herkenning.
Gouden ring
Verder is op de videobeelden op de Samsung-telefoon te zien dat degene die filmt een gouden ring draagt. Deze ring heeft grote gelijkenis met een ring die verdachte op beelden op zijn iPhone-telefoon draagt. De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat deze ring niet uniek is, maar in onderlinge samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen wijst deze ring wel naar verdachte.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemd bewijs, in onderling verband en samenhang bezien, volgt dat verdachte degene is geweest die op 5 en 6 augustus 2024 de gebruiker was van de Samsung-telefoon en van het voertuig waarmee het slachtoffer is vervoerd, en dat hij één van de daders is die is te horen op het geluid van de beelden. Het is dus verdachte geweest die met zijn mededader de geweldshandelingen heeft gepleegd zoals ten laste gelegd. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande dan ook vast dat [slachtoffer] in Den Haag in de buurt van zijn laatste verblijfplaats door verdachte en zijn mededader van zijn vrijheid is beroofd en van zijn vrijheid beroofd is gehouden waarbij verdachte en zijn mededader hevig geweld hebben gebruikt om hem te dwingen vragen te beantwoorden.