In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 31 oktober 2025, in de zaak tussen eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, staat de afwijzing van de aanvraag van eiser om een Wajong-uitkering centraal. Eiser, geboren in 2003 en lijdend aan de ziekte van Henoch Schonlein met chronische nierschade, heeft op 30 maart 2023 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. De verzekeringsarts in de primaire fase concludeerde dat eiser geen arbeidsvermogen had, maar de verzekeringsarts bezwaar en beroep kwam tot een andere conclusie, wat leidde tot een motiveringsgebrek. De rechtbank oordeelt dat de beslissing op bezwaar in strijd is met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en onvoldoende is gemotiveerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht van € 53,- en proceskosten van € 1.814,- aan eiser moeten worden vergoed.