Beoordeling door de rechtbank
8. In artikel 3 van het Tijdelijk besluit zijn de voorwaarden voor het aanvragen van de eenmalige tegemoetkoming geformuleerd. Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming moet aan alle voorwaarden worden voldaan.
9. Een persoon heeft recht op een eenmalig bedrag, indien deze:
a. uiterlijk op 25 november 1975 in Nederland is gaan wonen, met het oog op de inwerkingtreding van de Toescheidingsovereenkomst;
b
.voorafgaand aan het tijdstip waarop deze persoon in Nederland ging wonen in Suriname woonde;
c. ten minste de leeftijd van 18 jaar had bereikt op het tijdstip, waarop deze persoon in Nederland ging wonen; en
d. op 1 juli 2024 ten minste 20 jaar in Nederland heeft gewoond.
10. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres afgewezen omdat zij niet voldoet aan de onder c geformuleerde voorwaarde. Eiseres was nog geen 18 jaar toen zij naar Nederland kwam.
11. Uit de Toelichting bij het Tijdelijk besluit volgt dat de regelgever heeft gekozen voor de leeftijdsvoorwaarde van ten minste 18 jaar oud op het moment van verhuizing naar Nederland, omdat daarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat die verhuizing een welbewuste keuze moet zijn geweest. Bij de leeftijd van minimaal 18 jaar kan ervan worden uitgegaan dat iemand een bewuste keuze heeft gemaakt om naar Nederland te verhuizen of in Suriname te blijven wonen. Naar hedendaags begrip is iemand vanaf de leeftijd van 18 jaar immers meerderjarig. Deze leeftijd sluit aan bij de Toescheidingsovereenkomst waarin expliciet is geregeld dat iemand op 18-jarige leeftijd meerderjarig is en zelfstandig de keuze voor Nederland of Suriname kon maken.
12. Deze rechtbank heeft in eerdere uitsprakende leeftijdsvoorwaarde als zodanig niet onaanvaardbaar geacht. Daarbij heeft de rechtbank toen doorslaggevende betekenis toegekend aan de uitdrukkelijke bedoeling van de minister en het onverplichte en begunstigende karakter van het Tijdelijk besluit.
13. De vraag in de zaak van eiseres is of haar situatie dusdanig bijzonder is dat de rechtbank in haar geval de leeftijdsvoorwaarde op grond van het evenredigheidsbeginsel of op andere gronden buiten toepassing moet laten.
14. Eiseres heeft al jong een grote verantwoordelijkheid op zich genomen voor het gezin waarin zij opgroeide – eiseres moest vanaf haar veertiende jaar meehelpen in het huishouden en met de zorg voor de negen andere kinderen – en heeft daarna als jonge alleenstaande moeder een bestaan in Nederland opgebouwd. Dat verdient niets dan respect.
15. Op de zitting heeft eiseres haar beroep toegelicht en helder uitgelegd wat de weigering van de tegemoetkoming voor haar betekent. Zij heeft benadrukt dat er nog steeds veel pijn zit bij de Surinaamse gemeenschap (en niet alleen bij haar) en dat de nu tot stand gekomen regeling ondanks alle goede bedoelingen niet het gewenste resultaat heeft gehad. Niet alle ouderen van Surinaamse herkomst die voor 25 november 1975 naar Nederland zijn gekomen zijn immers in aanmerking gebracht voor de tegemoetkoming. Eiseres heeft nog steeds het gevoel dat haar situatie niet door de Nederlandse overheid is erkend. Zij heeft zelf wel degelijk bewust de keuze gemaakt om naar Nederland te komen. Eiseres heeft hierbij ook gewezen op haar financiële omstandigheden. De tegemoetkoming had zij goed kunnen gebruiken om het eerste jaar na haar pensionering, toen haar inkomen was gehalveerd, te overbruggen.
16. De rechtbank moet recht spreken volgens wet en recht. Die gelden voor ons allen. In de wet is uitdrukkelijk gekozen voor een leeftijdsvereiste. Dat geldt niet alleen in deze regeling, maar ook in andere wettelijke regelingen waarin een leeftijdsvereiste is opgenomen. Het gebruik maken van een dergelijk vereiste kan koud en onpersoonlijk overkomen, maar dat op zich maakt het nog niet onrechtmatig.
17. De vergelijking die eiseres maakt met gehuwde minderjarigen, en die volgens haar wel in aanmerking zijn gebracht voor het eenmalige bedrag, gaat niet op. Daarvoor is van belang dat de groep van gehuwde minderjarigen expliciet in de Toescheidingsovereenkomst wordt genoemd. Een minderjarige die in het huwelijk treedt geldt als meerderjarig. Een dergelijke bepaling is niet opgenomen voor een minderjarige die vader of moeder wordt. Eiseres verkeerde dus in een andere situatie dan een gehuwde minderjarige. Er is geen sprake van gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld.
18. Eiseres heeft er ook op gewezen dat de aanvangsleeftijd voor het opbouwen van een AOW-pensioen destijds 15 jaar was. Dat bij de tegemoetkoming wordt uitgegaan van een minimumleeftijd van 18 jaar is onrechtvaardig en getuigt volgens eiseres van leeftijdsdiscriminatie.
19. Het betoog van eiseres komt erop neer dat sprake zou zijn van meten met twee maten. Dat volgt de rechtbank niet. De wetgever heeft erover nagedacht om te kiezen voor een regeling waarin binnen de AOW de nadelen voor Surinaamse Nederlanders zouden worden gecompenseerd. Voor een dergelijke regeling is echter niet gekozen en daartoe bestond ook geen juridische verplichting. Alleen al om die reden gaat het argument van eiseres niet op.
20. In de AOW wordt wel gewerkt met leeftijdsgrenzen. Daarin is de laatste tijd ook het een en ander gewijzigd. Omdat de pensioenleeftijd is verhoogd, is ook de startdatum van de opbouw verhoogd naar (momenteel) 17 jaar. Deze verhogingen zijn door de hoogste rechter in dit soort zaken, de Centrale Raad van Beroep, in zijn algemeenheid rechtens aanvaardbaar geacht, en niet discriminerend naar leeftijd omdat sprake is van rechtvaardigingsgronden. Die verhogingen werken ook door in de pensioenopbouw van eiseres.
21. In het geval van eiseres is de opbouw van een AOW-pensioen begonnen vanaf de datum waarop zij in Nederland is gaan wonen, dat wil zeggen in november 1973. De jaren tussen haar vijftiende verjaardag ( [geboortedatum] 1971) en november 1973 telden dus niet mee. Dat zou overigens ook het geval zijn geweest als zij altijd in Nederland zou hebben gewoond. Voor iedereen is de pensioenleeftijd verhoogd, met als gevolg een verschuiving van de aanvangsleeftijd. De opbouw begint dus op latere leeftijd en de verzekerde periode wordt opgeschoven tot aan de nieuwe pensioendatum. Van meten met twee maten is daar geen sprake. In het concrete geval van eiseres betreft de verschuiving grotendeels een tijdvak waarin zij niet verzekerd was voor de AOW terwijl zij juist door die verschuiving wel vrijwel de volledige periode van 50 jaar als verzekerde heeft kunnen volmaken en geen korting ondervindt op haar AOW. Zij is door de leeftijdswijziging dus juist niet benadeeld.