Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- € 24.801,00 uit een overeenkomst met Avery Dennison Materials Europe B.V. (hierna: Avery Dennison),
- € 2.829,00 uit een (stage)overeenkomst met ABN AMRO,
- € 720,00 uit een overeenkomst met de Vrije Universiteit (VU),
- € 8.969,00 uit een Ziektewetuitkering,
- van 8 januari tot en met 28 april 2024 in totaal € 8.995,20 uit een Ziektewetuitkering.
- een stageovereenkomst had gesloten met ABN AMRO voor de periode van 10 januari 2022 tot en met 10 september 2022 voor de duur van 40 uur per week tegen een vergoeding van € 600,00 bruto per maand;
- een arbeidsovereenkomst had gesloten met Avery Dennison voor de periode van 15 januari 2022 tot en met 14 augustus 2022 voor de duur van 40 uur per week tegen een salaris van € 2.854,57 bruto per maand exclusief 8% vakantiegeld en 8% eindejaarsuitkering;
- zich op 28 april 2022 heeft ziekgemeld bij ABN AMRO en Avery Dennison;
- vanaf 16 augustus 2022 een Ziektewetuitkering van het UWV heeft ontvangen uit hoofde van het dienstverband met Avery Dennison.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 27.691,00 (2023) en € 8.995,20 (2024), derhalve een bedrag van € 73.285,20. Het komt de kantonrechter voor dat Henkel en [gedaagde] in overleg dienen te gaan over de wijze waarop [gedaagde] dit bedrag betaalt, nu niet aannemelijk is dat [gedaagde] dit bedrag ineens zal kunnen voldoen.