Op 20 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van de zorgregeling tussen ouders na hun echtscheiding. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Bayraktar, verzocht om een wijziging van de zorgregeling, zodat de kinderen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], vanaf het moment dat zij over een eigen woning beschikt, hoofdverblijf bij haar zouden hebben. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Toughza, verzocht om de bestaande zorgregeling te handhaven, waarbij de kinderen van donderdag na school tot en met zondag bij hem verblijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, maar dat het nog onduidelijk is wanneer de moeder een eigen woning zal hebben. De rechtbank heeft de zorgregeling gewijzigd, zodat de kinderen van donderdag na school tot en met zondag bij de vader zijn en van zondag 19:00 uur tot en met donderdag bij de moeder. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het anders of meer verzochte afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. V. Zuiderbaan, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier J.O. van Saase-Zaagman.