ECLI:NL:RBAMS:2025:7643

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
16 oktober 2025
Zaaknummer
13-220645-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met voldoende detentiegarantie

Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat door Frankrijk was uitgevaardigd. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 10 juli 2025 was uitgevaardigd door de Franse autoriteiten. De opgeëiste persoon, geboren in Frankrijk in 1999, was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zitting op 1 oktober 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, en werd de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd. De rechtbank heeft de gevangenhouding bevolen en de identiteit van de opgeëiste persoon werd bevestigd.

Het EAB vermeldde verschillende strafbare feiten, waaronder deelneming aan een criminele organisatie en ontvoering, waarvoor in Frankrijk een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar is opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de detentieomstandigheden in Frankrijk, waarbij de opgeëiste persoon meer dan 3 m² persoonlijke leefruimte zou hebben, voldoende waren om overlevering toe te staan. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren en dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-220645-25
Datum uitspraak: 15 oktober 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 8 augustus 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 10 juli 2025 door het
Parket van de JIRS (Gespecialiseerde Interregionale Rechtbank) van Nancy, Frankrijk (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Frankrijk) op [geboortedag] 1999,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [detentieadres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 1 oktober 2025, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.G. Koopman, advocaat in Amsterdam, en een tolk in de Franse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Franse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel uitgereikt op 09 juli 2025 door de eerste vicepresident belast met het gerechtelijk vooronderzoek bij de rechtbank van Nancy met parketnummer 25 048 000 016, gerechtelijk vooronderzoek nummer: JI CABJI4 25000004.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Frans recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als zogenoemde lijstfeiten, die in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld, te weten:
deelneming aan een criminele organisatie;
ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling;
georganiseerde of gewapende diefstal;
racketeering of afpersing;
opzettelijke brandstichting.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Frankrijk een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden

Inleiding
In twee uitspraken van 5 augustus 2025 [4] heeft de rechtbank een algemeen gevaar van schending van grondrechten aangenomen voor personen die worden gedetineerd op een mannenafdeling in een Huis van Bewaring in Frankrijk. Dat algemene gevaar betreft het structurele probleem van overbevolking in deze detentie-instellingen, waardoor er een reëel risico bestaat dat gedetineerden worden geplaatst in een meerpersoonscel met een persoonlijke leefruimte van minder dan 3 m². Mannelijke verdachten en personen met een (rest)straf van niet meer dan twee jaar worden in een Huis van Bewaring gedetineerd en zo ook de opgeëiste persoon. Voor hem geldt dus het hiervoor bedoelde algemeen gevaar van schending van grondrechten in detentie in Frankrijk.
Bij brief van 26 september 2025 heeft
the Head of the Office for International Mutual Criminal Assistanceonder meer de volgende informatie gegeven over de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon na overlevering aan Frankrijk:
“The request for assurances from the Dutch authorities aims to answer the following questions, relating in particular to the conditions of detention in the prison where [de opgeëiste persoon] is most likely to be held following his surrender.
1.In which prison in France will [de opgeëiste persoon] most likely be detained after his surrender?
2. What is the current occupancy rate in this detention facility?
3. Could you please provide me with a guarantee that the wanted person will be detained in a cell with at least 3 sqm personal space (excl sanitary facilities) as meant in ECtHR Dorobantu (15 October 2019)?
[..]
Pending his trial, the Nancy Judicial Court plans to imprison [de opgeëiste persoon] in the Nancy prison.
[..]
As of 26 September 2025, the occupancy rate of the adult male wing of Nancy Remand Centre is 117%, which means that prisoners are being assigned to cells that exceed their theoretical capacity. However, no prisoner sleeps on a mattress on the floor and each prisoner has a bed. The 392 cells, with a surface area of 10 to 11m² and a theoretical capacity of one place, are thus equipped with two beds.
[…]
In addition, the personal space available to prisoners in Nancy prison remains greater than 3m².”
Oordeel van de rechtbank
Uit de verstrekte informatie blijkt dat de opgeëiste persoon na overlevering gedetineerd wordt in
the Nancy prison.
De rechtbank is van oordeel dat de voornoemde individuele garantie het algemene reële gevaar van schending van de grondrechten voor de opgeëiste persoon wegneemt. De rechtbank leidt uit het antwoord van de uitvaardigende justitiële autoriteit af dat deze garantie, gelezen in combinatie met de vraagstelling, inhoudt dat de opgeëiste persoon na overlevering meer dan
3 m² persoonlijke leefruimte in een meerpersoonscel, exclusief sanitair, tot zijn beschikking zal hebben. De rechtbank is daarom van oordeel dat de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon na overlevering aan Frankrijk niet in de weg staan van de overlevering.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[de opgeëiste persoon]aan het
Parket van de JIRS (Gespecialiseerde Interregionale Rechtbank) van Nancy, Frankrijk, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door:
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. D.L.S. Ceulen en M.W. Speksnijder, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. E.A. Harland en M.C. Hooibrink, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 15 oktober 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.