Op 16 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Saarbrücken in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1993, die wordt verdacht van een strafbaar feit volgens Duits recht. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 2 september 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was. De opgeëiste persoon was ook aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.J. Römer, die geen inhoudelijke verweren heeft gevoerd tegen het EAB.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en de rechtbank heeft geoordeeld dat zijn maatschappelijke re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De Staatsanwaltschaft Saarbrücken heeft een garantie gegeven dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan, wat door de rechtbank als voldoende is beoordeeld.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, waarbij de relevante wetsartikelen, zoals artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 5, 6 en 7 van de OLW, zijn toegepast. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.