ECLI:NL:RBAMS:2025:7532
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Inzageverzoek in huurovereenkomst en vonnis met betrekking tot huurkorting
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in een inzageverzoek van verzoekers, bestaande uit twee personen, tegen verweerster, die een woning huurt. Verzoekers hebben inzage gevraagd in de huurovereenkomst en een vonnis dat mogelijk relevant is voor hun geschil over de huurprijs. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 18 april 2025, gevolgd door een verweerschrift van de verweerster. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 september 2025 zijn beide partijen verschenen, waarbij verzoekers bijgestaan werden door hun gemachtigde en verweerster door haar gemachtigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoekers voldoende belang hebben bij hun verzoek, maar dat verweerster niet over de huurovereenkomst beschikt. Wel heeft verweerster een relevante beschikking van de Hoge Raad getoond, die mogelijk van belang is voor het geschil. De kantonrechter heeft het verzoek tot inzage in de huurovereenkomst afgewezen, maar het verzoek tot inzage in de beschikking van de Hoge Raad toegewezen, met een gematigde dwangsom van € 50,00 per dag. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.