Op 2 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 3 oktober 2024 in Amsterdam diverse verzorgingsproducten heeft gestolen uit een Albert Heijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, het ten laste gelegde feit heeft begaan. De officier van justitie, mr. E. Meppelink, heeft gevorderd dat de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) opgelegd krijgt, gezien zijn recidive en verslavingsproblematiek. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. B.G. Meijer, heeft gepleit voor een minder zware maatregel, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om de verdachte te beschermen tegen zichzelf en om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft het reclasseringsadvies van 19 december 2024 in overweging genomen, waarin wordt gesteld dat de verdachte kampt met een hardnekkige verslaving en dat er een hoog recidiverisico is. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en heeft de ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaar opgelegd, zonder de tijd in voorlopige hechtenis in mindering te brengen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.