Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De Procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
woensdag 19 november 2025voor conclusie van antwoord.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de gemeente Amstelveen een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met betrekking tot de eigendom van kadastrale percelen. De gemeente vordert onder andere een verklaring voor recht dat zij eigenaar is van de percelen en dat de gedaagden het gebruik van de grond moeten staken. De gedaagden hebben in een incident aangevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren en dat de zaak naar de kantonrechter moet worden verwezen, omdat de waarde van de vordering onder de € 25.000 zou liggen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vordering een lagere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000. De vordering van de gemeente is van onbepaalde waarde, en de rechtbank heeft de verzoeken van de gedaagden afgewezen. De gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 792, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor conclusie van antwoord op 19 november 2025.