Op 3 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse toetsing van een ISD-maatregel. De rechtbank had eerder op 12 juni 2024 een ISD-maatregel opgelegd aan de veroordeelde, die momenteel gedetineerd is. Tijdens de openbare zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsvrouw en een deskundige gehoord. De deskundige heeft gerapporteerd over de voortgang van de ISD-maatregel en de behandelingen die de veroordeelde ondergaat, waaronder neuropsychologisch onderzoek en verslavingsbehandeling. De deskundige adviseert om de ISD-maatregel voort te zetten, zodat de behandeling kan worden voortgezet en er een geschikte kliniek kan worden gevonden voor de veroordeelde. De raadsvrouw heeft verzocht om een hernieuwde tussentijdse toetsing, maar de officier van justitie heeft zich hiertegen verzet. De rechtbank heeft geoordeeld dat beëindiging van de ISD-maatregel zou leiden tot onveiligheid en dat de voortzetting noodzakelijk is voor de behandeling van de veroordeelde. De rechtbank heeft het verzoek tot een nieuwe tussentijdse toetsing afgewezen en de voortzetting van de ISD-maatregel bepaald.