ECLI:NL:RBAMS:2025:744

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 januari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
13/065851-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting ISD-maatregel en afwijzing verzoek om nieuwe tussentijdse toetsing

Op 3 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse toetsing van een ISD-maatregel. De rechtbank had eerder op 12 juni 2024 een ISD-maatregel opgelegd aan de veroordeelde, die momenteel gedetineerd is. Tijdens de openbare zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsvrouw en een deskundige gehoord. De deskundige heeft gerapporteerd over de voortgang van de ISD-maatregel en de behandelingen die de veroordeelde ondergaat, waaronder neuropsychologisch onderzoek en verslavingsbehandeling. De deskundige adviseert om de ISD-maatregel voort te zetten, zodat de behandeling kan worden voortgezet en er een geschikte kliniek kan worden gevonden voor de veroordeelde. De raadsvrouw heeft verzocht om een hernieuwde tussentijdse toetsing, maar de officier van justitie heeft zich hiertegen verzet. De rechtbank heeft geoordeeld dat beëindiging van de ISD-maatregel zou leiden tot onveiligheid en dat de voortzetting noodzakelijk is voor de behandeling van de veroordeelde. De rechtbank heeft het verzoek tot een nieuwe tussentijdse toetsing afgewezen en de voortzetting van de ISD-maatregel bepaald.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/065851-24 (tussentijdse toetsing ISD-maatregel)

Deze rechtbank heeft op 12 juni 2024 de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP adres] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [detentieplaats] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 12 juni 2024;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 26 november 2024;
  • het voortgangsverslag ten behoeve van deze tussentijdse toetsing ISD van 17 december 2024, opgesteld door [naam vestiginsdirecteur] (Plv. Vestigingsdirecteur van Penitentiaire Inrichting Zwolle) en [naam senior casemanager] (Senior Casemanager ISD van Penitentiaire Inrichting Zwolle).
De rechtbank heeft op 3 januari 2025 de officier van justitie mr. E. van Kregten, de veroordeelde, de raadsvrouw van veroordeelde, mr. N.M. Delsing, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [naam senior casemanager] , verbonden aan de Penitentiaire Inrichting Zwolle, op de openbare terechtzitting gehoord.

Beoordeling

Verloop van het ISD-traject
Het voortgangsverslag van 17 december 2024 bevat een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen tijdens het verloop van de ISD-maatregel. Daaruit blijkt onder meer dat de ISD-maatregel is aangevangen op 8 juli 2024. In het eerste trajectbepalingsoverleg (hierna: TBO) van 10 september 2024 is besproken dat veroordeelde meedraait in het dagprogramma en zich begeleidbaar opstelt. Daarnaast heeft veroordeelde op 24 september 2024 een afspraak bij de gemeente gehad om een legitimatiebewijs aan te vragen. Verder zal worden onderzocht of veroordeelde een Wet langdurige Zorg-indicatie (hierna: Wlz-indicatie) heeft en of ze daarmee begeleid kan wonen. Ten slotte zal tijdens het multidisciplinair overleg (hierna: MDO) worden onderzocht of veroordeelde met verlof kan gaan.
Tijdens de ISD-maatregel is veroordeelde aangemeld voor neuropsychologisch onderzoek (hierna: NPO), beeldende therapie en een verslavingsbehandeling. Voor de verslavingsbehandeling heeft veroordeelde op 13 september 2024 een intakegesprek gehad bij JusTact en deze behandeling is op 9 oktober 2024 aangevangen. De gesprekken in het kader van deze behandeling vinden op wekelijkse basis plaats. Veroordeelde neemt actief deel aan de gesprekken en is gemotiveerd. De deskundige heeft verder gerapporteerd dat het van belang is dat veroordeelde wordt aangemeld voor een klinisch behandeltraject bij een kliniek met expertise op gebied van ontwikkelings-, persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek.
Op basis van het voorgaande adviseert de deskundige om de ISD-maatregel voort te zetten, zodat de voortgang van de behandeling en daarmee de ontwikkeling van veroordeelde maximaal gewaarborgd blijft. Daarnaast is het van belang dat de uitkomst van het NPO afgewacht wordt, zodat er een geschikte kliniek voor veroordeelde gezocht kan worden.
De deskundige heeft voornoemd advies op de openbare zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De deskundige heeft verklaard dat het NPO is afgerond, maar dat de resultaten nog geanalyseerd moeten worden. Het rapport is naar verwachting binnen twee à drie maanden gereed (te rekenen vanaf het laatste gesprek dat in december 2024 plaatsvond). Zodra het rapport gereed is, kan veroordeelde worden aangemeld bij een voor haar geschikte kliniek. Veroordeelde is ook gemotiveerd om naar een kliniek te gaan. De deskundige heeft verder verklaard dat het verlof is opgestart. Hoewel veroordeelde heeft aangegeven bij de bruiloft van haar broertje aanwezig te willen zijn, is in het MDO en door de vrijheden commissie besloten dat het risico te groot is om haar verzoek in te willigen. Ten slotte heeft de deskundige verklaard dat veroordeelde op dit moment geen Wlz-indicatie heeft. Hij heeft contact opgenomen met de GGD Amsterdam om uit te zoeken welke locatie van begeleid wonen het meest geschikt is voor veroordeelde en of plaatsing bij deze locatie mogelijk is met een Wlz-indicatie of met een Wet maatschappelijke ondersteuning-indicatie (hierna: Wmo-indicatie). De deskundige verwacht dat hij dit traject binnen de ISD-maatregel kan afronden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de ISD-maatregel voort te zetten. Zij heeft daarnaast verzocht om een hernieuwde tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel te bepalen, zodat de rechtbank er zicht op houdt dat veroordeelde in een geschikte kliniek wordt geplaatst en een passende woonvorm voor haar wordt gevonden.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert voortzetting van de ISD-maatregel. Hij voert daartoe aan dat de resultaten van het NPO afgewacht dienen te worden, zodat veroordeelde in een geschikte kliniek geplaatst kan worden. Het is van belang dat veroordeelde een behandeling krijgt en gefaseerd kan terugkeren in de maatschappij. De officier van justitie verzet zich tegen het verzoek tot tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank zal beëindiging van de ISD-maatregel naar verwachting leiden tot onveiligheid, ernstige drugsoverlast en verloedering van het publieke domein. De rechtbank is daarom van oordeel dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel vereist is.
De ernstige problematiek van veroordeelde is immers op dit moment onvoldoende behandeld. Het is noodzakelijk dat de resultaten uit het NPO worden afgewacht, zodat een geschikte behandelkliniek kan worden gevonden en een passende behandeling kan worden opgestart. Zonder behandeling zal veroordeelde terugvallen in verslaving en daardoor in delictgedrag.
De rechtbank vertrouwt er op grond van het voortgangsverslag en wat op de zitting is besproken op dat er een geschikte behandelkliniek en een passende woonvorm voor veroordeelde zal worden gevonden en dat daarbij voldoende voortvarendheid wordt betracht. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel te bevelen.
Aan de voorwaarden voor voortzetting van de ISD-maatregel is voldaan.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank:
- bepaalt dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is vereist;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een nieuwe tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel af.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. A.S. Dogan, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en M.F.A.M. Smeets, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.K. Raspoort, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 januari 2025.