Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable order for pre-trial detention, decision of the Court of Appeal in Poznań of 21 September 2023 in case no. II AKa 296/22.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden in Poolse remand regimes
remand regime’ in Poolse detentie-instellingen terechtkomen. [4] Het kernpunt is dat in het
remand regimeslechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) in een meerpersoonscel is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal drieëntwintig uren per dag op zijn cel doorbrengt.
the Regional Court in Poznańin een brief het volgende medegedeeld:
the Regional Court in Poznańop 17 september 2025 de volgende aanvullende informatie verstrekt:
the Regional Court in Poznaństaat:
remand regimein Poznań en als enige garantie slechts een cel van 3 m2 wordt geboden. Er kan niet worden gewaarborgd dat de opgeëiste persoon meer dan één uur per dag buiten zijn cel kan verblijven. Ook geldt dat bezoek van familie eerst moet worden ‘verdiend’. Daarnaast is het gebruik van een telefoon niet gegarandeerd, maar moet via een procedure worden verkregen. Hierdoor bestaat een individueel gevaar dat de grondrechten van de opgeëiste persoon worden geschonden. Subsidiair verzoekt de raadsman om in een tussenuitspraak aan de uitvaardigende justitiële autoriteit aanvullende vragen te stellen.
in ieder geval wordtweggenomen met de garantie dat hij minimaal twee uur per dag buiten zijn cel kan verblijven. Als de autoriteiten zo een garantie niet kunnen geven, heeft de rechtbank concrete informatie nodig over hoeveel uur een opgeëiste persoon onder normale omstandigheden - wanneer hij ervoor kiest om aan de aangeboden activiteiten deel te nemen - gemiddeld buiten zijn cel kan verblijven. Met andere woorden: de rechtbank heeft informatie nodig waaruit blijkt aan welke activiteiten de opgeëiste persoon dagelijks kan deelnemen, de duur van die activiteiten, én de omstandigheden waarvan die deelname en die duur afhankelijk zijn. Dit soort informatie ontbreekt op dit moment in de onderhavige zaak, waardoor voor de opgeëiste persoon het bedoelde algemene reële gevaar niet kan worden uitgesloten.
6.Schorsingsverzoek
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd en bepaalt dat de zaak opnieuw wordt ingepland op een zitting op 11 november 2025 of uiterlijk tien dagen daarna.
zestig dagen(eindigend op 16 december 2025), omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
zestig dagen.