ECLI:NL:RBAMS:2025:7342

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
776200 / FA RK 25/7333
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1985 in Frankrijk, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De officier van justitie had op 29 september 2025 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2025, waarbij de betrokkene werd bijgestaan door een tolk en haar advocaat, mr. B.G. Meijer, werd de situatie van de betrokkene besproken. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de betrokkene de stoornis ontkent en geen ernstig nadeel zou ondervinden.

De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende aanwijzingen waren voor een psychische stoornis, specifiek een manische episode in het kader van een bipolaire stoornis. De rechtbank concludeerde dat er een ernstig vermoeden van een psychische stoornis bestond en dat de situatie zo urgent was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank stelde vast dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de betrokkene verward was en gevaarlijk gedrag vertoonde.

De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. Overmars en is op 7 oktober 2025 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/776200 / FA RK 25/7333
kenmerk: VCM/IND/181395
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 30 september 2025naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] 1985 in Frankrijk,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande
verblijvende te [verblijfplaats] , GGZ inGeest, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.G. Meijer te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 29 september 2025, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 29 september 2025 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 september 2025, in het gebouw van GGZ inGeest, op de locatie [locatie] te [verblijfplaats]
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door een tolk in de Franse taal
- bovengenoemde advocaat;
- arts, mevrouw G. Meijer
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
De advocaat van betrokkene heeft bepleit dat betrokkene niet wil dat de crisismaatregel wordt verlengd en dat het verzoek moet worden afgewezen. Betrokkene ontkent de stoornis en ook het ernstig nadeel. De rechtbank overweegt dat in het kader van een crisismaatregel of, zoals onderhavig, de verzochte voortzetting daarvan het voldoende is dat sprake is van een ernstig vermoeden van een psychische stoornis. In de bij het verzoekschrift gevoegde medische verklaring d.d. 29 september 2025 is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gemotiveerd dat sprake is van gedrag dat voortvloeit uit een vermoedelijke psychische stoornis in de vorm van een manisch beeld in het kader van een bipolaire stoornis. Deze vermoedelijke diagnose wordt ter zitting bevestigd door de behandelaar van betrokkene. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
De rechtbank volgt betrokkene en haar advocaat ook niet in hun standpunt dat geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene kampt met een manische episode. Als gevolg hiervan is zij verward en voor opname heeft zij in verwarde toestand in de auto gereden. Gelet op wat de arts tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, is de rechtbank ervan overtuigd dat dit dreigend ernstig nadeel zich onmiddellijk opnieuw voor zal doen indien zij niet dan wel onvoldoende wordt behandeld voor haar psychotische klachten en te snel de kliniek verlaat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hiermee wordt voldaan aan het vereiste van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, hetgeen gelegen is in:
- levensgevaar;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van vocht/voeding gedurende 3 weken;
  • toedienen van medicatie gedurende 3 weken;
  • het verrichten van medische controles gedurende 3 weken;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening gedurende 3 weken;
  • beperken van de bewegingsvrijheid gedurende 3 weken;
  • insluiten gedurende 3 weken;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene gedurende 3 weken;
  • onderzoek aan kleding of lichaam gedurende 3 weken;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen gedurende 3 weken;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen gedurende 3 weken;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen gedurende 3 weken;
  • opnemen in een accommodatie gedurende 3 weken.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1985 te Frankrijk, voor zover het de in rechtsoverweging 2.2. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 oktober 2025.
Deze beschikking is op 30 september 2025 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. M. Overmars, rechter, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 7 oktober 2025 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.