ECLI:NL:RBAMS:2025:7305 - Rechtbank Amsterdam - Veroordeling voor het aanwezig hebben van harddrugs en ha...

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/048616-25

Datum uitspraak: 2 oktober 2025

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres] , [woonplaats] ,

nu gedetineerd te: [naam Justitieel Complex] ,

hierna te noemen: verdachte.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 september 2025.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. F.T. Haak, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. B.G.M.C. Peters, naar voren hebben gebracht.

De strafzaak tegen verdachte is gelijktijdig – maar niet gevoegd – behandeld met de strafzaak tegen zijn medeverdachte, [medeverdachte] (parketnummer 13/358009-24).

2.Tenlastelegging

Na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting is aan verdachte – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan

feit 1:

het witwassen van meerdere contante geldbedragen – te weten € 605,00, € 1.090,00 en € 21.000,00 – op 1 juli 2025 in Hoofddorp;

feit 2:

het opzettelijk aanwezig hebben van 77,50 gram cocaïne, 52,2 gram 2-MMC, 46,8 gram amfetamine en 239,1 gram MDMA op 1 juli 2025 in Hoofddorp;

feit 3:

het in vereniging plegen van voorbereidingshandelingen voor het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van amfetamine, MDMA, cocaïne, heroïne, LSD, GHB en methylfenidaat op 1 juli 2025 in Hoofddorp;

feit 4:

het in vereniging verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne, MDMA en 3-MMC in de periode van 9 oktober 2024 tot en met 1 juli 2025 in Amsterdam.

De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.Waardering van het bewijs

3.1.

Inleiding

Op 10 oktober 2024 krijgt de politie een melding binnen dat er in de brievenbus van een buurtbewoner in de Pijp in Amsterdam een flyer in de brievenbus is gedaan met daarop een QR-code. Het scannen van die QR-code leidt naar een WhatsApp-chatconversatie waarin, blijkens politieonderzoek, (hard)drugs worden aangeboden.

Nader politieonderzoek leidt tot de aanhoudingen van verdachte en zijn medeverdachte en de doorzoekingen van hun woningen. In de woning van verdachte worden onder meer hoge geldbedragen, (hard)drugs en dealertelefoons aangetroffen.

3.2.

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zelfstandig en gezamenlijk in drugs gehandeld en deze handel voorbereid. De modus operandi van verdachte en zijn medeverdachte is vergelijkbaar. Zij hebben namelijk gehandeld via flyers, WhatsAppgesprekken en kraskaarten. Tijdens de doorzoekingen van hun woningen zijn bij beiden flyers of bestellingen van flyers aangetroffen.

3.3.

Het standpunt van de verdediging

Feit 1:

De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het witwassen van het in zijn woning aangetroffen geldbedrag van € 21.000,00 omdat dit – zoals verdachte op de terechtzitting heeft verklaard – een groot deel spaargeld betreft dat hij met klussen in de bouw heeft verdiend.

Feit 2:

De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd. Verdachte heeft het tenlastegelegde op de terechtzitting bekend.

Feiten 3 en 4:

De raadsvrouw heeft slechts ten aanzien van het medeplegen een bewijsverweer gevoerd en daartoe aangevoerd dat uit de inhoud van het dossier volgt dat verdachte en zijn medeverdachte in juli 2024 afscheid van elkaar hebben genomen en sindsdien niet meer samenwerken. Uit de inhoud van het dossier blijkt verder dat verdachte alleen heeft gehandeld. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.

3.4.

Het oordeel van de rechtbank

3.4.1.

Feit 1: witwassen

In de woning van verdachte zijn op 1 juli 2025 geldbedragen, te weten € 605,00, € 1.090,00 en € 21.000,00, aangetroffen. Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat de geldbedragen van € 605,00 en € 1.090,00 afkomstig zijn uit de hem in deze strafzaak tenlastegelegde drugshandel. Ten aanzien van het geldbedrag van € 21.000,00 heeft verdachte verklaard dat dit bedrag deels afkomstig is uit de hem in deze strafzaak tenlastegelegde drugshandel en dat hij een deel van dat geldbedrag heeft gespaard met geld dat hij zwart bijverdiende door het verrichten van extra bouwklussen.

Eenvoudig (schuld)witwassen

Eenvoudig (schuld)witwassen is het enkele verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf. Van een onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig voorwerp is onder meer sprake indien het voorwerp de opbrengst uit eigen misdrijf betreft. De rechtbank stelt vast dat de geldbedragen van € 605,00 en € 1.090,00 onmiddellijk afkomstig zijn uit eigen misdrijf. Voor het geldbedrag van € 21.000,00 geldt dat er sprake is van vermenging en dat dit geldbedrag onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen (fiscaal) misdrijf.

Voorhanden hebben

Gelet op de verklaring van verdachte en op grond van de andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte deze geldbedragen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die onmiddellijk afkomstig waren uit een door hem begaan misdrijf.

De rechtbank stelt voorop dat de tekst en de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) er niet aan in de weg staan dat iemand wordt veroordeeld voor witwassen, als hij een in die bepalingen omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit een misdrijf dat hij zelf heeft begaan. Dit betekent niet dat elke gedraging die in artikel 420bis lid 1 Sr is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.

Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat, als vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd. Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan alleen het verwerven of voorhanden hebben van een door eigen misdrijf verkregen voorwerp.

Géén kwalificatie van witwassen

De rechtbank heeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geoordeeld dat alle geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan (fiscaal) misdrijf en bewezen verklaard dat verdachte de geldbedragen heeft witgewassen door deze voorhanden te hebben gehad.

De rechtbank heeft echter niet kunnen vaststellen dat de verdachte één of meer handelingen heeft verricht die gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de geldbedragen, nu uit de bewijsmiddelen blijkende feiten en omstandigheden enkel kan worden afgeleid dat de verdachte de geldbedragen voorhanden heeft gehad.

Conclusie

Dit betekent dat het bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd en daarom geen strafbaar feit oplevert. De verdachte dient derhalve ter zake van dit bewezenverklaarde feit te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

3.4.2.

Feit 2: aanwezig hebben harddrugs

De rechtbank is op grond van de bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting en de andere bewijsmiddelen van oordeel dat het onder 2 tenlastegelegde is bewezen.

3.4.3.

Feiten 3 en 4: (voorbereiding) handel harddrugs

De rechtbank is op grond van de verklaring van verdachte op de terechtzitting en de andere bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten.

Vrijspraak medeplegen

Daarbij is de rechtbank – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte deze feiten tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd. Met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat uit de inhoud van het dossier niet volgt dat verdachte voldoende nauw en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt. Dat zowel verdachte als zijn medeverdachte gebruikmaakten van flyers om hun handel in (hard)drugs te promoten en via chatconversaties te werk gingen, maakt dat oordeel niet anders, omdat niet kan worden vastgesteld dat zij onderling contact hadden met elkaar daarover. Bovendien volgt uit een chatconversatie tussen hen in juli 2024, voorafgaand aan de tenlastegelegde periode, dat zij als gevolg van onenigheid het contact met elkaar hebben verbroken.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

feit 1:

op 1 juli 2025, te Hoofddorp,

- ( goednummer: 6676851) 605 euro contant geld,

- ( goednummer: 6676752) 1.090 euro contant geld,

- ( goednummer: 6676733) 21.000 euro contant geld,

voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen onmiddellijk afkomstig waren uit enig misdrijf;

feit 2:

op 1 juli 2025 te Hoofddorp, al dan niet opzettelijk een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, te weten

- ( goednummer: 6676771) 40,57 gram met cocaïne, en

- ( goednummer: 6676777) 50,10 gram met 2-MMC, en

- ( goednummer: 6676783) 44,53 gram met amfetamine, en

- ( goednummer: 6676788) 226,58 gram gele tabletten met MDMA

aanwezig heeft gehad;

feit 3:

op 1 juli 2025 te Hoofddorp om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van amfetamine en MDMA en cocaïne en heroïne en LSD en GHB en methylfenidaat voor te bereiden en/of te bevorderen de navolgende voorwerpen:

- ( goednummer: 6676727) een Iphone

- ( goednummer: 6676722) een Iphone

- ( goednummer: 6676873) een Lebara simkaart

- ( goednummer: 6676876) een Lebara simkaart

- ( goednummer: 6676823) 46,8 gram vermoedelijk speed

- ( goednummer: 6676827) 52,8 gram witte brokken

- ( goednummer: 6676839) 15 tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676867) 525 tabletten vermoedelijk methylfenidaat

- ( goednummer: 6676748) zwarte wikkels

- ( goednummer: 6676757) 0,8 gram vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676760) 37 flacons blue69

- ( goednummer: 6676766) 15,3 gram vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676775) 38,2 gram vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676776) 52,2 gram vermoedelijk amfetamine

- ( goednummer: 6676779) 10,2 gram vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676787) 25 tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676789) 1,1 gram vermoedelijk amfetamine

- ( goednummer: 6676772) 30 gram vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676825) 7 LSD-zegels

- ( goednummer: 6676821) 17 flacons blue69

- ( goednummer: 6676829) 9 gram tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676834) 22 gram tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676845) 6 tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676847) 6 tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676848) 7 tabletten vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676849) 13 gram vermoedelijk 3MMC

- ( goednummer: 6676852) 18 gram wikkels

- ( goednummer: 6676853) 24 gram vermoedelijk MDMA

- ( goednummer: 6676855) 3 gram vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676856) 7 wikkels vermoedelijk cocaïne

- ( goednummer: 6676842) 60 tabletten methylfenidaat

- ( goednummer: 6676810) opslagdoos met magneet voor verdovende middelen

- ( goednummer: 6676746) een grote hoeveelheid lege sealbags

- ( goednummer: 6676745) een weegschaaltje

- ( goednummer: 6676743) een rol met stickers

- ( goednummer: 6676844) sealapparaat

- ( goednummer: 6676897) een stapel flyers met QR-codes

- ( goednummer: 6676895) een stapel flyers met QR-codes

- ( goednummer: 6676851) 605 euro contant geld

- ( goednummer: 6676752) 1090 euro contant geld

- ( goednummer: 6676733) 21.000 euro contant geld

voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;

feit 4:

hij in de periode van 9 oktober 2024 tot en met 1 juli 2025 in Nederland, meermalen, opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en MDMA en 3-MMC.

5.De strafbaarheid van de feiten

De rechtbank heeft bewezen geacht dat verdachte een geldbedrag van € 22.695,00,- heeft witgewassen. Verdachte heeft dit geldbedrag op 1 juli 2025 voorhanden gehad in zijn woning in Hoofddorp. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan het louter verwerven en/of voorhanden hebben van een uit eigen misdrijf afkomstige voorwerp, niet als witwassen worden gekwalificeerd, als met betrekking tot dat voorwerp geen verhullingshandeling heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft onder 3.4.1 vastgesteld dat er geen verhullingshandelingen hebben plaatsgevonden. Verdachte wordt voor feit 1 ontslagen van alle rechtsvervolging.

De overige bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

7.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een fors voorwaardelijk deel. Hoe langer verdachte vastzit, hoe groter de kans is dat hij zijn woning en zijn werk verliest. Dat zou dramatische gevolgen hebben voor verdachte.

7.3.

Het oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

De aard en ernst van de feiten

Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer tien maanden beziggehouden met de handel in harddrugs. Hij heeft daarbij flyers deur aan deur verspreid om zijn handel in harddrugs gemakkelijk onder de aandacht van anderen te brengen om daarmee een brede klantenkring te bereiken. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van harddrugs en het voorhanden hebben van voorwerpen die bestemd zijn voor onder meer de verkoop van (hard)drugs. Door zijn handelen heeft verdachte een aanmerkelijke rol gehad in de verspreiding van verdovende middelen, die gepaard gaat met veel vermogens- en andere criminaliteit. Drugsgebruik levert tevens een gevaar op voor de volksgezondheid, omdat drugsgebruik schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen met zich kan brengen.

De persoon van de verdachte

De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 2 september 2025, waaruit blijkt dat verdachte in 2016 tweemaal een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen voor het plegen van winkeldiefstallen. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten.

Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 3 september 2025. Hieruit blijkt dat verdachte een stabiel leven heeft. Zo heeft hij een eigen huurwoning, werkte hij al vijf jaar bij dezelfde werkgever, heeft hij geen financiële problemen en beschikt hij over een steunend netwerk. De kans op herhaling wordt ingeschat als gemiddeld. Gelet op het voorgaande en omdat verdachte geen hulpvragen heeft voor de reclassering ziet zij onvoldoende aanknopingspunten voor interventies. Daarom adviseert de reclassering bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden.

Eendaadse samenloop

De bewezenverklaarde feiten 2, 3 en 4 bestaan uit één feitencomplex dat binnen dezelfde tijd afspeelt en waarbij de feiten dezelfde strekking hebben en zodanig met elkaar zijn verweven en zozeer in elkaar opgaan dat verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt. De rechtbank constateert daarom dat sprake is van eendaadse samenloop en zal daarmee rekening houden bij de strafoplegging.

De straf

Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat geen andere straf dan een gevangenisstraf is gerechtvaardigd. Bij het bepalen van de hoogte van die straf heeft zij rekening gehouden met de afspraken die rechtbanken onderling hebben opgesteld en met straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd.

Verdachte heeft op de terechtzitting berouw getoond, verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en wekt de indruk van zijn fouten te hebben geleerd. De rechtbank houdt hier in strafverminderende zin rekening mee en komt tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen zal zij een aanzienlijk deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.

Alles overwegend acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft vastgezeten, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Gelet op het reclasseringsadvies koppelt de rechtbank geen bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de straf.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de voorwerpen zoals vermeld in
bijlage IIIin beslag genomen.

Teruggave aan verdachte

De rechtbank zal de teruggave gelasten aan de rechthebbende (verdachte) van een horloge, een motorfiets, een personenauto, een tas, een computer en vier telefoons – te weten nrs. 4 tot en met 7, 17, 19 tot en met 21 en 27 – omdat deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en niet is vastgesteld dat deze verband houden met de strafbare feiten waarvoor verdachte is veroordeeld.

Verbeurdverklaring

De geldbedragen van € 605,00, € 21.000,00 en € 1.090,00, te weten nrs. 1 tot en met 3, behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van deze voorwerpen het onder 1 bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.

Onttrekking aan het verkeer

De rechtbank zal de voorwerpen met nummer 16, 18, 22 tot en met 26 en 28 tot en met 71 onttrekken aan het verkeer. Dit zijn voorwerpen met betrekking tot welke de bewezenverklaarde feiten zijn begaan en zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de volgende artikelen:

14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 55 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, en

2, 10 en 10a van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert op:

ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:

witwassen;

ten aanzien van het onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde:

de eendaadse samenloop van:

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich gelegenheid tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen;

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

Verklaart het onder 1 bewezene niet strafbaar en
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolgingter zake daarvan.

Verklaart het onder 2, 3 en 4 bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeeltverdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.

Beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.

Bepaalt dat een gedeelte, groot
6 (zes) maandenvan deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.

Stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.

De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Gelast de teruggave aan verdachte van:

nr. 4 – 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676719, Rolex);

nr. 5 – 1 STK Motorfiets (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676724, Piaggio MP3);

nr. 6 – 1 STK Personenauto H586ZS (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6626843, Opel Corsa);

nr. 7 – 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676809, Louis Vuitton);

nr. 17 – 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676838, Gegevensdrager);

nr. 19 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676862, Samsung);

nr. 20 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676863, Apple Iphone);

nr. 21 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676865, Apple Iphone), en

nr. 27 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676731, Apple Iphone).

Verklaart verbeurd:

nr. 1 – 605,00 EUR Geld Euro (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676851);

nr. 2 – 21.000,00 EUR Geld Euro (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676733), en

nr. 3 – 1.090,00 EUR Geld Euro (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676752).

Beveelt de onttrekking aan het verkeer van:

nr. 16 – 1 DS Doos (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676810, Opslagdoos);

nr. 18 – 1 STK Keukenartikel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676844, Sealapparaat);

nr. 22 – 1 STK Telefoonkaart (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676869, Wifi-kaart);

nr. 23 – 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676873, Lebara);

nr. 24 – 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676876, Lebara);

nr. 25 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676722, Apple Iphone xs);

nr. 26 – 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676727, Apple Iphone 11 Pro);

nr. 28 – 96 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2024241888-G667636, Kamagra);

nr. 29 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676757, MDMA);

nr. 30 – 37 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676760, Blue 69);

nr. 31 – 5 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676762, Ketamine);

nr. 32 – 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676766, cocaine/ crack);

nr. 33 – 50 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676771, cocaine/ crack);

nr. 34 – 20 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676772, cocaine/ crack);

nr. 35 – 30 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676775, MDMA);

nr. 36 – 20 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676776, Amfetamine);

nr. 37 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676777, Cocaine/ crack);

nr. 38 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676779, cocaine/ crack);

nr. 39 – 60 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676781, Ketamine);

nr. 40 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676783, Cocaine/ crack)

nr. 41 – 25 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676787, XTC);

nr. 42 – 1 STK Verdovende Middelen 43 (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676788, XTC);

nr. 43 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676789, Amfetamine);

nr. 44 – 60 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676842, Methylfendidaat);

nr. 45 – 12 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676846, Kamagra);

nr. 46 – 35 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676867, Methylfendidaat);

nr. 47 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676823, Amfetamine);

nr. 48 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676827);

nr. 49 – 4 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676837, Ketamine);

nr. 50 – 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676839, XTC);

nr. 51 – 17 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676821, GHB);

nr. 52 – 7 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676825, LSD);

nr. 53 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676829, Pillen);

nr. 54 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676834, Pillen);

nr. 55 – 12 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676841, Ketamine);

nr. 56 – 6 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676845, XTC);

nr. 57 – 6 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676847, XTC);

nr. 58 – 7 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676848, XTC);

nr. 59 – 9 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676849, 3MMC);

nr. 60 – 9 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676852);

nr. 61 – 14 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676853, MDMA);

nr. 62 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676855, Cocaine);

nr. 63 – 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676856) ;

nr. 64 – 1 STK Enveloppe (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676824);

nr. 65 – 1 STK Sticker (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676743, 5 rollen);

nr. 66 – 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676745);

nr. 67 – 1 STK Verpakkingsmateriaal (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676746, Sealbags);

nr. 68 – 6 STK Enveloppe (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676748, Wikkels);

nr. 69 – 1 STK Enveloppe (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676749);

nr. 70 – 1 STK Papier (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676895, Flyers), en

nr. 71 – 1 STK Papier (Omschrijving: PL1300-2024241888-G6676897, Flyers).

Dit vonnis is gewezen door

mr. M. Wiewel, voorzitter,

mrs. P. Sloot en A.L. op ’t Hoog, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. T. Alexeas, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 oktober 2025.