ECLI:NL:RBAMS:2025:7288
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- A.D. Belcheva
- W.L. van der Pijl
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening intrekking B&B vergunning wegens onvoldoende spoedeisend belang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 oktober 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een Bed and Breakfast (B&B) exploiteert, afgewezen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn B&B-vergunning door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is, omdat er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond.
De verzoeker, die sinds 15 april 2020 een vergunning voor zijn B&B had, werd tijdens een huisbezoek op 17 maart 2025 aangetroffen door toezichthouders. Na onderzoek concludeerde het college dat de B&B niet voldeed aan de vereisten, omdat er sprake was van drie zelfstandige woonruimten en geen onttrekkingsvergunning was aangevraagd. Op 28 augustus 2025 werd de vergunning ingetrokken, wat leidde tot het verzoek om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter benadrukt dat voor het treffen van een voorlopige voorziening een spoedeisend belang vereist is. De verzoeker had aanvankelijk geen bewijsstukken overgelegd om zijn financiële nood te onderbouwen, ondanks herhaalde verzoeken van de voorzieningenrechter. Uiteindelijk concludeert de voorzieningenrechter dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een onomkeerbare situatie of acute financiële nood. Daarom wordt het verzoek afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.