Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Deze overeenkomst is aangegaan voor de bepaalde duur van 10 jaar, ingaande op de datum van oplevering van het gehuurde (…) en eindigende van rechtswege na ommekomst van de hier bedoelde bepaalde duur, zonder dat opzegging door één der partijen is vereist. De ingangsdatum is voorzien op1 april 2025.
Huurder kan na ommekomst van de in artikel 3.1 deel A genoemde termijn geen aanspraak maken op enige vorm van huur-, termijn- of ontruimingsbescherming, noch op enige vorm van schade- of kostenvergoeding waaronder begrepen kosten van verhuizing en herinrichting en doet uitdrukkelijk afstand van enig recht terzake.”
3.Het verzoek
4.De beoordeling
ten nadele van de huurdermag worden afgeweken. Dergelijke bepalingen zijn vernietigbaar. Indien evenwel door de kantonrechter desgevraagd goedkeuring aan dergelijke bepalingen is verleend, kan de huurder de vernietiging niet inroepen en zijn deze, behoudens bijzondere omstandigheden, onaantastbaar. De kantonrechter verleent die goedkeuring alleen als het beding de rechten die de huurder aan de wettelijke bepalingen ontleent, niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is, dat hij de bescherming van deze wettelijke bepalingen niet behoeft. De wetgever heeft in het geval van een gezamenlijk verzoek van verhuurder en huurder bedoeld dat het verzoek niet zonder meer wordt gehonoreerd. De kantonrechter is nadrukkelijk opgedragen om, zo nodig ambtshalve, te onderzoeken en te beoordelen of aan de vereisten voor goedkeuring is voldaan.