Op 10 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de weigering van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Procura Della Repubblica Presso Il Tribunale Ordinario Di Velletri in Italië. De zaak betreft een opgeëiste persoon, geboren in Roemenië, die op 19 augustus 2025 voor de rechtbank verscheen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltring, en een tolk. Tijdens deze zitting werd de behandeling van het EAB aangehouden om antwoorden te verkrijgen op vragen over een samenvoegingsbesluit van verschillende straffen. De rechtbank verlengde de termijn voor de uitspraak met 30 dagen en beval de gevangenhouding van de opgeëiste persoon, maar schorste deze tegelijkertijd.
Op de zitting van 10 september 2025 werd de behandeling voortgezet in gewijzigde samenstelling, met mr. A.L. Wagenaar als officier van justitie. De opgeëiste persoon bevestigde zijn identiteit en Roemeense nationaliteit. De rechtbank oordeelde dat het EAB niet genoegzaam was, omdat het onduidelijk was welke straffen ten grondslag lagen aan het EAB. Ondanks herhaalde verzoeken om verduidelijking van de uitvaardigende justitiële autoriteit, ontving de rechtbank pas op 10 september 2025 een antwoord, dat in het Italiaans was opgesteld. Gezien de korte tijd tot de beslistermijn en het ontbreken van een vertaling, concludeerde de rechtbank dat er geen ruimte was voor verdere vragen of vertalingen. Daarom weigerde de rechtbank de overlevering van de opgeëiste persoon.