In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 24 september 2025, met zaaknummers 25/103 en 25/104, gaat het om twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan eiser zijn opgelegd. Eiser is van mening dat hij geen parkeerbelasting verschuldigd is, omdat zijn auto tijdens de reparatie door een garage is geparkeerd. De rechtbank oordeelt echter dat de heffingsambtenaar de naheffingsaanslagen terecht heeft opgelegd. De rechtbank stelt vast dat, hoewel eiser de auto niet zelf heeft geparkeerd, hij als kentekenhouder verantwoordelijk is voor het betalen van de parkeerbelasting. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 225 van de Gemeentewet de houder van het voertuig wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien de belasting niet is voldaan. Eiser heeft de auto aan de garage overgedragen, wat betekent dat hij instemde met het gebruik van de auto door de garage. De rechtbank kan geen rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van eiser, zoals het feit dat hij een parkeervergunning heeft voor een nabijgelegen zone. De beroepen van eiser worden ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of vergoeding van verletkosten terug. Eiser wordt aangeraden om eventuele kosten van de naheffingsaanslagen te verhalen op de garage.